Uit de Geschiedenis van Roden: "Hannes"
29.Aug.2018
Heel vroeger stond de berging voor de 4-wielige handbrandspuiten schuin achter het gemeentehuis van Roden, gelegen aan destijds de Groningerstraat, die in de volksmond Dokterstraat werd genoemd. In die berging bevonden zich ook twee cellen voor arrestanten. Diezelfde berging speelde in de twintiger jaren van de vorige eeuw een rol in een klucht die de Roder bevolking een aangename afwisseling bracht in de dagelijkse sleur. Op een kwade dag wilde de veldwachter de Roner “Hannes†opsluiten in een van de cellen in de brandspuitberging.
Hannes had, een in ons dorp favoriete bezigheid, te uitbundig geofferd aan Bacchus en zich vervelend gedragen. Bij het gemeentehuis aangekomen gelukte het Hannes, die weinig enthousiasme kon opbrengen voor de bedoelingen van de veldwachter, om zich vast te klampen aan het hek op de dam bij het gemeentehuis. Hoe de veldwachter ook trok en rukte, Hannes omklemde stevig de spijlen van het hek, tot groot vermaak van de in een mum van tijd toegestroomde Roners. Zij moedigden Hannes enthousiast aan als gold het een titelgevecht.
Terwijl de veldwachter trok en rukte en zijn hoofd vuurrood kleurde van inspanning en woede, passeerde toevallig op de fiets een vriend van Hannes, die ook niet helemaal “brandschoon†was. Al slingerend aanschouwde hij de worsteling tussen diender en arrestant. Lallend riep hij richting de kemphanen: ‘Hou je taai Hannes’. Bromsnor, het gezicht op dreigend onweer, riep woedend naar de fietser: ‘Jij kunt er ook nog wel bij hoor’, waarop Hannes’ vriend, doorpeddelend en vriendelijk zwaaiend naar de veldwachter riep: ‘Geen kans’. Omdat de krachten van de veldwachter zienderogen afnamen en de publieke belangstelling verontrustend groeide, besloten enkele ambtenaren in het gemeentehuis, die het boeiende tafereel vanachter glas al een tijdje hadden gadegeslagen, dat het nu wel mooi geweest was.
Zij besloten de gekwelde wetsdienaar de helpende hand te bieden en zo aanschouwden de toeschouwers in de Groningerstraat het tweede bedrijf van de arrestatie van Hannes: een met vereende krachten trekkende Overheid aan een zich taai verzettende dronkenman en een joelende menigte die alle deelnemers luidruchtig aanmoedigde.
Nu diende zich echter een ander probleem aan. De paal waaraan het hek hing bleek niet bestand tegen zoveel geweld ineens en knapte spontaan af, onder groot gejuich van de verzamelde Roners. Alle strijders lagen plotseling gebroederlijk bijeen onder het hek en toen zij er uiteindelijk allen weer onder vandaan waren gekropen kon Hannes alsnog worden opgesloten in een van de cellen van de brandspuitberging.
De toeschouwers keerden, zoals gebruikelijk na een goede en tevens gratis voorstelling, tevreden huiswaarts.
Anekdote uit boek: “Van Brandemmer tot Motorspuitâ€, van Wim Fonk en Tjerk Karsijns. (Links naast het gemeentehuis de brandspuitenberging)
Hannes had, een in ons dorp favoriete bezigheid, te uitbundig geofferd aan Bacchus en zich vervelend gedragen. Bij het gemeentehuis aangekomen gelukte het Hannes, die weinig enthousiasme kon opbrengen voor de bedoelingen van de veldwachter, om zich vast te klampen aan het hek op de dam bij het gemeentehuis. Hoe de veldwachter ook trok en rukte, Hannes omklemde stevig de spijlen van het hek, tot groot vermaak van de in een mum van tijd toegestroomde Roners. Zij moedigden Hannes enthousiast aan als gold het een titelgevecht.
Terwijl de veldwachter trok en rukte en zijn hoofd vuurrood kleurde van inspanning en woede, passeerde toevallig op de fiets een vriend van Hannes, die ook niet helemaal “brandschoon†was. Al slingerend aanschouwde hij de worsteling tussen diender en arrestant. Lallend riep hij richting de kemphanen: ‘Hou je taai Hannes’. Bromsnor, het gezicht op dreigend onweer, riep woedend naar de fietser: ‘Jij kunt er ook nog wel bij hoor’, waarop Hannes’ vriend, doorpeddelend en vriendelijk zwaaiend naar de veldwachter riep: ‘Geen kans’. Omdat de krachten van de veldwachter zienderogen afnamen en de publieke belangstelling verontrustend groeide, besloten enkele ambtenaren in het gemeentehuis, die het boeiende tafereel vanachter glas al een tijdje hadden gadegeslagen, dat het nu wel mooi geweest was.
Zij besloten de gekwelde wetsdienaar de helpende hand te bieden en zo aanschouwden de toeschouwers in de Groningerstraat het tweede bedrijf van de arrestatie van Hannes: een met vereende krachten trekkende Overheid aan een zich taai verzettende dronkenman en een joelende menigte die alle deelnemers luidruchtig aanmoedigde.
Nu diende zich echter een ander probleem aan. De paal waaraan het hek hing bleek niet bestand tegen zoveel geweld ineens en knapte spontaan af, onder groot gejuich van de verzamelde Roners. Alle strijders lagen plotseling gebroederlijk bijeen onder het hek en toen zij er uiteindelijk allen weer onder vandaan waren gekropen kon Hannes alsnog worden opgesloten in een van de cellen van de brandspuitberging.
De toeschouwers keerden, zoals gebruikelijk na een goede en tevens gratis voorstelling, tevreden huiswaarts.
Anekdote uit boek: “Van Brandemmer tot Motorspuitâ€, van Wim Fonk en Tjerk Karsijns. (Links naast het gemeentehuis de brandspuitenberging)