Vmbo-leerlingen zien afstroom niet als falen en behouden hun ambities
3.Apr.2019
In Drenthe zijn er relatief veel leerlingen die tijdens hun schoolloopbaan ‘afstromen’ naar een opleiding onder het adviesniveau van de basisschool. Dit gegeven was voor de Regiegroep Drentse Onderwijskwaliteit aanleiding om Trendbureau Drenthe te vragen om aanvullend onderzoek te doen. Aan de hand van gesprekken met leerlingen op vier scholen voor voortgezet onderwijs in Drenthe, is er een aanvullend rapport tot stand gekomen. Het aanvullende rapport ‘Voortgezet onderwijs en afstroom’ is 3 april overhandigd op de Drentse Onderwijsdag. Ook is het rapport online te verkrijgen.

Dalende afstroom

Het aandeel derdejaars leerlingen op het voortgezet onderwijs dat onder het adviesniveau zit is de afgelopen jaren afgenomen. In Drenthe is er iets meer afstroom ten aanzien van het schooladvies dan op landelijk niveau. Dat zien we vooral onder leerlingen met een havo advies. Ruim een kwart van deze leerlingen in Drenthe zit na drie leerjaren op het vmbo.

Verschillende redenen

De groep vmbo-leerlingen waarmee is gesproken gaven verschillende redenen voor hun eigen afstroom. Alhoewel de meeste leerlingen de hand als eerst in eigen boezem staken, waren er ook leerlingen bij die de manier van lesgeven als reden opgaven. Opvallend hier is dat de leerlingen het werken met een iPad of Chromebook vaker als negatief ervoeren. Ook de grote overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs wordt genoemd als reden. De leerlingen hebben moeite met de nieuwe manier van leren en plannen.


Omgaan met afstroom

In discussies rondom afstroom in het voortgezet onderwijs wordt vaak benoemd dat afstroom een negatieve impact kan hebben op de leerlingen. De leerlingen die wij gesproken hebben staan hier echter anders in. Veel van hen geeft aan het afstromen niet voelt als falen. Het is eerder de omgeving die er moeite mee heeft.

Achteraf gezien zouden meerdere leerlingen liever blijven zitten dan afstromen. Maar daarnaast kunnen zij zich er wel bij neerleggen. Het merendeel van de leerlingen weet wat ze na het vmbo willen doen. De meeste leerlingen vervolgen hun schoolloopbaan op het mbo, anderen kiezen ervoor om toch naar de havo te gaan. De leerlingen hebben duidelijke ambities. Van stuurman worden op de grote vaart tot gamedesigner. Veel leerlingen willen uiteindelijk gaan voor het hbo diploma.

Wat motiveert leerlingen?

Toen wij de leerlingen vroegen wat hen motiveert op school, waren zij erg eensgezind. Allereerst is de docent erg belangrijk. Deze moet volgens de leerlingen beschikken over een goed gevoel voor humor, maar moet ook goed de orde kunnen houden. Daarnaast verwachten zij dat een docent consequent is en zich aan zijn woord houdt.

De manier van lesgeven vinden zij ook erg belangrijk. De beste les is volgens de leerlingen een les waarin een duidelijke structuur zit. Maar waar wel ruimte is voor interactie en afwisseling in de vorm van lesgeven. Daarnaast is positieve feedback erg belangrijk voor de leerlingen. Ook moet goed duidelijk zijn wat nou precies de bedoeling is van het vak, zodat het niet als nutteloos ervaren wordt.

De mening van de vmbo leerlingen is de leidraad voor het rapport ‘Voortgezet onderwijs en afstroom’. In het rapport geven zij hun mening over allerlei onderwerpen rondom afstroom en tips voor het voortgezet onderwijs.

Het rapport ‘Voortgezet onderwijs en afstroom’ verschijnt naast de Drentse Onderwijsmonitor. De Drentse Onderwijsmonitor verschijnt als webversie in opdracht van de Regiegroep Drentse Onderwijskwaliteit, provincie Drenthe en de Vereniging Drentse Gemeenten en is uitgevoerd door Trendbureau Drenthe. De monitor geeft een uitgebreide verzameling trendgegevens over de stand van zaken in het Drentse onderwijs, met als doel de Drentse onderwijskwaliteit verder te verbeteren.

Zowel de Drentse Onderwijsmonitor als het rapport ‘Voortgezet onderwijs en afstroom’ staan op de website: www.trendbureaudrenthe.nl/drentse-onderwijsmonitor
(Foto voorbeeld uit archief DitisRoden)