Column: Vogels in Noordenveld, Lepelaar
5.May.2019
De Lepelaar is een vogel die net geen meter hoog is en tot de groep van Ibissen en Lepelaars hoort. De Lepelaar is een witte vogel met zwarte poten en een zwarte platte snavel (lepel) met een geel oranje punt. Tijdens het broedseizoen hebben ze een witte kuif en een gele crème achtige vlek op de borst. Jonge vogels hebben zwarte vleugelpunten. Lepelaars vliegen met een gestrekte nek, Reigerachtigen vliegen met een ingetrokken nek.

Net als de Zilverreiger is de Lepelaar een elegante vogel die voornamelijk garnalen en kleine visjes eet. Zij lepelen als het ware die uit het water. Als vijanden hebben ze de Vos die jonge vogels pakken en marterachtigen als Bunzing en Hermelijn die voornamelijk de eieren roven.

Tot 2004 heeft de Lepelaar op de rode lijst gestaan in Nederland, maar sinds dien gaat het alleen maar de goede kant op met de vogel. Tot tien jaar geleden was Nederland het noordelijkste land van Europa waar Lepelaars broeden. Maar tegenwoordig broeden ze ook in Engeland, Duitsland, Denemarken en Polen. Kwelders zijn het belangrijkste broedgebied van de Lepelaar en zij leggen rond de vier eieren. Ze broeden in kolonies in bomen of rietlanden, 60% van de Nederlandse broedgevallen vind plaats op de Waddeneilanden. De laatste jaren zien we ook steeds vaker Lepelaars in de Onlanden. Broedgevallen is mij (nog) niet bekent.

Hoewel er in de winters steeds meer vogels achter blijven, is het een trekvogel die overwintert aan de west kust van Afrika bij Mauritanië. Een kleiner deel blijft hangen bij de Spaanse en Portugese kust.

Tekst en foto's Theo Kompier©