Column, Vogels in Noordenveld, de Distelvink
2.Jun.2019
De Distelvink ook wel Putter genoemd is een echte zaadeter, vandaar ook de forse snavel waar zaadeters om bekent staan. Favoriet zijn vooral de Distel en de paardenbloem maar de jongen krijgen tijdens de groei veel insecten te eten. Het mannetje is opvallend gekleurd met zijn rode vlek op zijn kop en de vel gele strepen op de vleugels. Dit maakt dat hij in de middeleeuwen favoriet was als volière vogel. Ze broeden van April tot Augustus en kunnen twee legsels hebben van 4 tot 6 eieren. Distelvinken zijn monogaam maar ook erg territoriaal ondanks het kleine territorium van ongeveer 250 vierkante meter. Het broeden duurt ongeveer 12 dagen en na ongeveer 18 dagen vliegen de jonge vogels uit.
Distelvinken zijn geen echte trekvogels maar als het hier heel koud wordt willen ze wel iets zuidelijker vliegen. Er zijn verschillende oude verhalen over de Distelvink en een daarvan is dat alle dieren volgens een Duits sprookje in den beginne naakt zijn geboren en dat ze één voor één hun uiterlijk mochten kiezen. Toen de Distelvink eindelijk aan de beurt was, waren alle kleuren op. Daarom moest hij tot zijn verdriet naakt door het leven. Dankzij tussenkomst van een Nimf gaven de Bonte Specht, de Kraai, de Lepelaar en de Gele Kwikstaart hem iets van hun kleuren. Daardoor veranderde de Distelvink van het lelijkste vogeltje in een van de mooiste. ‘Volgens dat volksverhaaltje dankt hij zijn rode masker dus aan de goedgevigheid van de Bonte Specht.
Volgens een andere lezing liep hij de rode kleur op toen een druppel bloed op zijn kop viel terwijl hij tijdens de kruisweg van Jezus een doorn uit diens voorhoofd trok. Op het schilderij Madonna met de Distelvink van Rafaël aait Jezus de vogel in de handen van zijn achterneef Johannes de Doper. In de zeventiende eeuw werden ze in kooitjes gedaan in Nederland. Om te kunnen drinken werd een kunstje van hem verwacht. Dat hield in dat hij een vingerhoed met water aan een touwtje via een katrolletje omhoog moest trekken, putten dus. Vandaar de naam Putter.
Column/foto's Theo Kompier© tdk-fotosite.nl
Distelvinken zijn geen echte trekvogels maar als het hier heel koud wordt willen ze wel iets zuidelijker vliegen. Er zijn verschillende oude verhalen over de Distelvink en een daarvan is dat alle dieren volgens een Duits sprookje in den beginne naakt zijn geboren en dat ze één voor één hun uiterlijk mochten kiezen. Toen de Distelvink eindelijk aan de beurt was, waren alle kleuren op. Daarom moest hij tot zijn verdriet naakt door het leven. Dankzij tussenkomst van een Nimf gaven de Bonte Specht, de Kraai, de Lepelaar en de Gele Kwikstaart hem iets van hun kleuren. Daardoor veranderde de Distelvink van het lelijkste vogeltje in een van de mooiste. ‘Volgens dat volksverhaaltje dankt hij zijn rode masker dus aan de goedgevigheid van de Bonte Specht.
Volgens een andere lezing liep hij de rode kleur op toen een druppel bloed op zijn kop viel terwijl hij tijdens de kruisweg van Jezus een doorn uit diens voorhoofd trok. Op het schilderij Madonna met de Distelvink van Rafaël aait Jezus de vogel in de handen van zijn achterneef Johannes de Doper. In de zeventiende eeuw werden ze in kooitjes gedaan in Nederland. Om te kunnen drinken werd een kunstje van hem verwacht. Dat hield in dat hij een vingerhoed met water aan een touwtje via een katrolletje omhoog moest trekken, putten dus. Vandaar de naam Putter.
Column/foto's Theo Kompier© tdk-fotosite.nl