Slachtvisite op Museum Havezate Mensinge
20.Oct.2019
Roden - Op zondagmiddag 3 november is er een slachtvisite op het voorterrein van Museum Havezate Mensinge in Roden. De slachtvisite is een eeuwenoude traditie die symboliseert dat het vee door de boeren op stal is gezet en het ‘overtollige’ vee is geslacht om de wintermaanden door te kunnen komen. Op Mensinge wordt de slachtvisite op het buitenterrein gevierd met het uitbenen van een geslacht varken op de ladder.
Volgens de traditie van het platteland moest op 11 november al het vee dat buiten liep binnen zijn. Het vee dat teveel was om te overwinteren werd òf verkocht òf geslacht. Zou het op stal worden gezet, dan zou het immers een groot gedeelte van de wintervoorraad opeten. Zoals vroeger de boeren hun buren en vrienden uitnodigden bij het begin van de winter, zo nodigt Mensinge nu alle belangstellenden uit om zo’n slachtvisite mee te maken. Tussen 13.00 – 16.30 uur zal het vlees deskundig uitgebeend en verkocht worden. Carolina Verhoeven van Culinair Erfgoedcentrum vertelt hierbij het verhaal van de slachtvisite.
Tegenwoordig wordt vlees bij de slager of in de supermarkt gekocht. Vroeg ging dat anders: vaak leefde men samen met de dieren. Van één van de vroegere bewoners van Mensinge, Christine Kymmell, is bekend dat zij met een aantal van haar dieren woonde in de havezate. Ze onderhield veel contacten met de boeren uit de omgeving van Roden. Rondom 11 november was iedereen op de boerderij betrokken bij de huisslachting. Dan waren de varkens vet genoeg om te worden geslacht.
De gehele zomer waren ze gevoerd met keukenafval en de laatste weken, net voor de slacht, met eikels. Het menu bestond tot het begin van de negentiende eeuw vooral uit aardappelen van het land, groenten uit eigen tuin, brood en pap. Vlees – en vooral spek – vormden niet alleen een lekkernij, maar vooral ook als aanvulling om de winter goed door te kunnen komen. Voor boerenkinderen hoorde het vetmesten en slachten van een varken er gewoon bij. Daarom wordt november ook wel ‘slachtmaand’ genoemd en is er de herinnering aan Sint Maarten: een geslacht varken zorgt voor een varkensblaas. Daarvan werd een foekepot gemaakt waarmee de kinderen geluid konden maken. Met deze foekepot liepen kinderen op 11 november al bedelend om snoep langs de deuren van de buren en familie en zongen daar dan hun liedjes.
Thuisslachten is sinds 1997 verboden; daarom worden de varkens die Mensinge gebruikt een dag ervoor in het slachthuis geslacht. Vroeger, als de thuisslachter kwam om het beest te doden, werd er eerst een borreltje gedronken; daarna deed de slachter zijn werk. Er werd niets weggegooid. Het bloed werd opgevangen in teilen en emmers: daarvan werd o.a. bloedworst gemaakt. Daarna werd het geslachte varken schoongemaakt met kokend heet water. Als dit klusje was geklaard, werd de varken met de kop naar beneden aan de ladder gebonden. Die ladder werd vervolgens rechtop gezet tegen de staldeur, zodat het vlees een paar dagen kon besterven. Daarna kon het uitsnijden beginnen. Dit hele proces is te zien tijdens de slachtvisite op Mensinge. De slachtvisite vindt plaats op het voorterrein in de openlucht en is gratis toegankelijk. Wie het museum – met de expositie van de Groningse schilder Henk Helmantel – wil bekijken betaalt de normale toegangsprijs.
Fotobijschrift
Slager Sijbrand de Bruijn keurt het geslachte varken op de ladder. Foto: Museum Havezate Mensinge.
Volgens de traditie van het platteland moest op 11 november al het vee dat buiten liep binnen zijn. Het vee dat teveel was om te overwinteren werd òf verkocht òf geslacht. Zou het op stal worden gezet, dan zou het immers een groot gedeelte van de wintervoorraad opeten. Zoals vroeger de boeren hun buren en vrienden uitnodigden bij het begin van de winter, zo nodigt Mensinge nu alle belangstellenden uit om zo’n slachtvisite mee te maken. Tussen 13.00 – 16.30 uur zal het vlees deskundig uitgebeend en verkocht worden. Carolina Verhoeven van Culinair Erfgoedcentrum vertelt hierbij het verhaal van de slachtvisite.
Tegenwoordig wordt vlees bij de slager of in de supermarkt gekocht. Vroeg ging dat anders: vaak leefde men samen met de dieren. Van één van de vroegere bewoners van Mensinge, Christine Kymmell, is bekend dat zij met een aantal van haar dieren woonde in de havezate. Ze onderhield veel contacten met de boeren uit de omgeving van Roden. Rondom 11 november was iedereen op de boerderij betrokken bij de huisslachting. Dan waren de varkens vet genoeg om te worden geslacht.
De gehele zomer waren ze gevoerd met keukenafval en de laatste weken, net voor de slacht, met eikels. Het menu bestond tot het begin van de negentiende eeuw vooral uit aardappelen van het land, groenten uit eigen tuin, brood en pap. Vlees – en vooral spek – vormden niet alleen een lekkernij, maar vooral ook als aanvulling om de winter goed door te kunnen komen. Voor boerenkinderen hoorde het vetmesten en slachten van een varken er gewoon bij. Daarom wordt november ook wel ‘slachtmaand’ genoemd en is er de herinnering aan Sint Maarten: een geslacht varken zorgt voor een varkensblaas. Daarvan werd een foekepot gemaakt waarmee de kinderen geluid konden maken. Met deze foekepot liepen kinderen op 11 november al bedelend om snoep langs de deuren van de buren en familie en zongen daar dan hun liedjes.
Thuisslachten is sinds 1997 verboden; daarom worden de varkens die Mensinge gebruikt een dag ervoor in het slachthuis geslacht. Vroeger, als de thuisslachter kwam om het beest te doden, werd er eerst een borreltje gedronken; daarna deed de slachter zijn werk. Er werd niets weggegooid. Het bloed werd opgevangen in teilen en emmers: daarvan werd o.a. bloedworst gemaakt. Daarna werd het geslachte varken schoongemaakt met kokend heet water. Als dit klusje was geklaard, werd de varken met de kop naar beneden aan de ladder gebonden. Die ladder werd vervolgens rechtop gezet tegen de staldeur, zodat het vlees een paar dagen kon besterven. Daarna kon het uitsnijden beginnen. Dit hele proces is te zien tijdens de slachtvisite op Mensinge. De slachtvisite vindt plaats op het voorterrein in de openlucht en is gratis toegankelijk. Wie het museum – met de expositie van de Groningse schilder Henk Helmantel – wil bekijken betaalt de normale toegangsprijs.
Fotobijschrift
Slager Sijbrand de Bruijn keurt het geslachte varken op de ladder. Foto: Museum Havezate Mensinge.