Uit de Geschiedenis van Roden: Een nieuw Gemeentehuis.
31.Oct.2019
Door: Tjerk Karsijns. In een kamer van logement “Het Gemeentehuisâ€, later het “Wapen van Drentheâ€, op de hoek Raadhuisstraat/Heerestraat, was heel vroeger het gemeentehuis van Roden gevestigd. Zo rond het jaar 1900 zaten er slechts twee personen, burgemeester Gerardus van Wageningen en schrijver Jan Geerts Geersing. Destijds werden de raadsvergaderingen ook in de herberg gehouden. Middels een deur was het gemeentehuis met de gelagkamer verbonden. Trouwens, al in 1883 was op aandringen van Gedeputeerde Staten die rechtstreekse doorgang afgesloten. Men vond haar ongepast.
Burgemeester en Wethouders achtten het de hoogste tijd eindelijk eens een
eigen gemeentehuis te betrekken. Architect Hillebrands maakte een plan, waarna B en W de raad vier plannen aanboden. Drie om het naast de kerk op de Brink al sedert 1893 leegstaande oude schoolgebouw te verbouwen tot gemeentehuis. Een nieuwe school, de latere Scheepstra-school werd in die tijd gebouwd. Na de sluiting van de oude school was daar al het een en ander opgeruimd. Een stijf tegen de kerk aangebouwd bij de school horend hokje, voorzien van een secreet (gemak/privaat/wc) en gebruikt als opslagruimte, werd in 1898 voor 25 gulden voor afbraak verkocht aan smid Cazemier. Nog even was het de vraag hoe na de afbraak de beerput moest worden gedempt. Rondom het hokje bleek daarvoor genoeg zand te liggen.
De kosten voor de verbouw van de oude school werden geschat op fl.5.500,-. In het plan was het volgende opgenomen: De voordeur kwam aan de kant van het kerkhof. Er kwamen een raadzaal, een secretarie, een brandvrije kluis, een keuken en kamer voor de conciërge, twee cellen voor arrestanten en een bergruimte. In het bedrag waren begrepen fl.285,- voor een nortonpomp, fl.100,- voor een regenbak, voor een stoep fl.100,- en een paar honderd gulden voor een hek rondom het gebouw. Het vierde plan betrof de bouw van een nieuw gemeentehuis, achter in de tuin van de burgemeesterswoning, gelegen aan de Dokterstraat (de Groningerstraat werd in de dorpsmond Dokterstraat genoemd. Dokter Koppius woonde aan de Groningerstraat en was de buurman van de burgemeester).
De indeling werd als volgt: Een raadzaal, een brandvrije kluis, een wachtkamer, een kamer, een keuken voor de conciërge, twee cellen en een bergruimte. Buiten de aan te kopen duizend vierkante meter grond van de burgemeester kwamen de kosten van het plan op ruwweg fl. 6200,-. De benodigde grond kostte duizend gulden, zodat het totaalbedrag ongeveer fl.7200,- zou gaan bedragen. Sommige raadsleden hadden bezwaren. Waarom zoveel geld verspillen aan een nieuw gemeentehuis wanneer de oude school gemakkelijk verbouwd kon worden? Waarom een nieuwe nortonpomp? De pomp bij de school was toch goed genoeg? Waarom niet het geld beter besteden, bijvoorbeeld aan de weg naar het Roderveld? Er waren nog veel meer zaken die aandacht verdienden. Bovendien was er nog de grote schuldenlast van de gemeente.
Architect Hillebrands verdedigde het plan voor een nieuwe nortonpomp. Van de aannemer van de oude school had hij gehoord dat er tientallen jaren geleden, bij het graven van een gedeelte der fundamenten, meer dan een wagen vol mensenbeenderen waren gevonden. De school stond dus op een gedeelte van het oude kerkhof. Het water zou dan wel van slechte kwaliteit zijn. Voorstanders voor nieuwbouw waren er ook; hoeveel last zou een gemeentehuis in de oude school hebben van spelende schoolkinderen op de Brink? Hoe zat het met de ruimte voor al die paarden tijdens de Rodermarkt? Het was nu al een probleem de dieren een plek te geven. En was een nieuw gemeentehuis niet een sieraad voor het dorp?
Met zes tegen vijf stemmen nam de Roder gemeenteraad op vrijdag 27 december 1901 het besluit om een nieuw gemeentehuis te bouwen. Op 19 maart 1902 volgde de aanbesteding. De laagste inschrijving van fl.6.745,- lag boven de begroting en de gunning werd aangehouden. Uiteindelijk ging de opdracht naar aannemer Jan Schuil uit Leek, voor fl. 6.759,-. De eerste conciërge in het gemeentehuis werd Lubbe Hoeksema.
Logement “Gemeentehuis. Foto uit het foto-archief van Kor A Hagenouw©.
Burgemeester en Wethouders achtten het de hoogste tijd eindelijk eens een
eigen gemeentehuis te betrekken. Architect Hillebrands maakte een plan, waarna B en W de raad vier plannen aanboden. Drie om het naast de kerk op de Brink al sedert 1893 leegstaande oude schoolgebouw te verbouwen tot gemeentehuis. Een nieuwe school, de latere Scheepstra-school werd in die tijd gebouwd. Na de sluiting van de oude school was daar al het een en ander opgeruimd. Een stijf tegen de kerk aangebouwd bij de school horend hokje, voorzien van een secreet (gemak/privaat/wc) en gebruikt als opslagruimte, werd in 1898 voor 25 gulden voor afbraak verkocht aan smid Cazemier. Nog even was het de vraag hoe na de afbraak de beerput moest worden gedempt. Rondom het hokje bleek daarvoor genoeg zand te liggen.
De kosten voor de verbouw van de oude school werden geschat op fl.5.500,-. In het plan was het volgende opgenomen: De voordeur kwam aan de kant van het kerkhof. Er kwamen een raadzaal, een secretarie, een brandvrije kluis, een keuken en kamer voor de conciërge, twee cellen voor arrestanten en een bergruimte. In het bedrag waren begrepen fl.285,- voor een nortonpomp, fl.100,- voor een regenbak, voor een stoep fl.100,- en een paar honderd gulden voor een hek rondom het gebouw. Het vierde plan betrof de bouw van een nieuw gemeentehuis, achter in de tuin van de burgemeesterswoning, gelegen aan de Dokterstraat (de Groningerstraat werd in de dorpsmond Dokterstraat genoemd. Dokter Koppius woonde aan de Groningerstraat en was de buurman van de burgemeester).
De indeling werd als volgt: Een raadzaal, een brandvrije kluis, een wachtkamer, een kamer, een keuken voor de conciërge, twee cellen en een bergruimte. Buiten de aan te kopen duizend vierkante meter grond van de burgemeester kwamen de kosten van het plan op ruwweg fl. 6200,-. De benodigde grond kostte duizend gulden, zodat het totaalbedrag ongeveer fl.7200,- zou gaan bedragen. Sommige raadsleden hadden bezwaren. Waarom zoveel geld verspillen aan een nieuw gemeentehuis wanneer de oude school gemakkelijk verbouwd kon worden? Waarom een nieuwe nortonpomp? De pomp bij de school was toch goed genoeg? Waarom niet het geld beter besteden, bijvoorbeeld aan de weg naar het Roderveld? Er waren nog veel meer zaken die aandacht verdienden. Bovendien was er nog de grote schuldenlast van de gemeente.
Architect Hillebrands verdedigde het plan voor een nieuwe nortonpomp. Van de aannemer van de oude school had hij gehoord dat er tientallen jaren geleden, bij het graven van een gedeelte der fundamenten, meer dan een wagen vol mensenbeenderen waren gevonden. De school stond dus op een gedeelte van het oude kerkhof. Het water zou dan wel van slechte kwaliteit zijn. Voorstanders voor nieuwbouw waren er ook; hoeveel last zou een gemeentehuis in de oude school hebben van spelende schoolkinderen op de Brink? Hoe zat het met de ruimte voor al die paarden tijdens de Rodermarkt? Het was nu al een probleem de dieren een plek te geven. En was een nieuw gemeentehuis niet een sieraad voor het dorp?
Met zes tegen vijf stemmen nam de Roder gemeenteraad op vrijdag 27 december 1901 het besluit om een nieuw gemeentehuis te bouwen. Op 19 maart 1902 volgde de aanbesteding. De laagste inschrijving van fl.6.745,- lag boven de begroting en de gunning werd aangehouden. Uiteindelijk ging de opdracht naar aannemer Jan Schuil uit Leek, voor fl. 6.759,-. De eerste conciërge in het gemeentehuis werd Lubbe Hoeksema.
Logement “Gemeentehuis. Foto uit het foto-archief van Kor A Hagenouw©.