OT EN SIEN IN BEELD (DEEL 12)
7.May.2020
Het Scheepstra Kabinet reist deze keer af naar de plaats Huissen. In deze Gelderse stad, in de streek de Betuwe,  vinden we een houten Ot en Sien aan het Ot en Sienpad.

 

Laten we eerst ingaan op de naam “Ot en Sienpad”. Dat klinkt voor het Scheepstra Kabinet natuurlijk als muziek in de oren. Maar het lijkt geen voor de hand liggende naam voor een straat, weg of pad. Maar aan deze straat lagen 2 basisscholen dus was het heel toepasselijk. De beide scholen zijn een paar jaar geleden verbouwd tot 1 groot gebouw waar 2 basisscholen te vinden zijn en waar ook de kinderopvang en peuterspeelzaal gevestigd is. Hierdoor kunnen de scholen weer 25 jaar ertegen aan. 

 

Het Ot en Sienpad staat in de wijk “De Zilverkamp” in Huissen. Dit is een bloemkoolwijk uit de jaren 70. Bloemkoolwijken worden zo genoemd door soorten bouw van woningen die door elkaar staan. De wijk een groene uitstraling en om dit beeld te behouden besloot de gemeente in 2017 om groot onderhoud te gaan plegen. Veel bomen werden daardoor gekapt en deels vervangen door andere aanplant. Zoals overal leverde ook in Huissen het bomenplan veel discussies op tussen voor- en tegenstanders. Naar aanleiding van een bewonersinitiatief heeft de gemeente vervolgens 2 bomen aangewezen die bewerkt mochten worden. Het betrof een boom een de Parkdreef en een boom aan het Ot en Sienpad.

 

De bomen werden onder handen genomen door kunstenaar Roel van Wijlick. De boomkunstenaar uit Venlo was er twee dagen druk mee. Met een kettingzaag bewerkte hij de boom tot een sculptuur. De stam bij de Parkdreef is veranderd tot fruitkunstwerk en aan het Ot en Sienpad verschenen een heuse Ot en Sien. De kunstenaar zocht een globaal plaatje van de figuren op en zaagde het overige hout weg. De sculptuur in het hout blijft nog lange tijd te bewonderen. Want ook als de boom afsterft, wordt hij nog twintig tot dertig jaar oud.

 

Foto:

Fons Sluiter (https://www.gelderlander.nl/lingewaard/ot-en-sien-in-gekapte-boom-dankzij-boomkunstenaar-roel~afdb4616/)

Tekst:

Diana Brink