Ov-bedrijven krijgen financiële steun van de overheid
5.Jun.2020
De coronacrisis heeft grote impact op het openbaar vervoer. Reizigersaantallen zijn fors gedaald en ov-bedrijven maken juist extra kosten omdat het materieel, stations en haltes moesten worden aangepast. Het openbaar vervoer is een vitale sector, die Nederland de afgelopen maanden mede draaiend heeft gehouden en die voor veel mensen onmisbaar is. Het kabinet maakt daarom tot eind 2020 zo’n 1,5 miljard euro vrij om te zorgen dat het ov kan blijven rijden en mensen veilig kunnen reizen.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (IenW) heeft het besluit over de beschikbaarheidsvergoeding eerder vandaag toegelicht in het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB). Vervoerders en decentrale overheden (in hun rol als concessieverlener) hebben het pakket omarmd. Van Veldhoven: “Het openbaar vervoer heeft zich de afgelopen maanden van zijn beste kant laten zien. Zorgmedewerkers werden naar het ziekenhuis vervoerd en ook werknemers van supermarkten, vuilnisophaaldiensten, politie en brandweer kwamen met het ov op hun werk. Tegelijkertijd is er keihard gewerkt om treinen, trams, bussen, metro’s, veerboten, ponten, stations en haltes corona-proof te maken. Veel dank aan alle ov-medewerkers, van buschauffeur tot schoonmaker en van servicemedewerker tot machinist. Het ov is een essentiële schakel in onze samenleving en dat onderstrepen we met deze vergoeding.”
Sinds het begin van de coronacrisis is het openbaar vervoer blijven rijden om mensen in een vitaal beroep van en naar hun werk te brengen. In eerste instantie gold een sterk uitgedunde dienstregeling, maar sinds 1 juni rijdt het openbaar vervoer in Nederland weer volledig. Het verzoek van het kabinet om een volwaardige dienstregeling aan te bieden, terwijl de reizigersaantallen nog beperkt zijn, resulteert in een aanzienlijk financieel tekort bij de vervoerders.
De beschikbaarheidsvergoeding is bestemd voor al het openbaar vervoer onder een concessie (gebiedsconcessies, lijnconcessies en lijnovereenkomsten) in Nederland en loopt van 1 maart tot het einde van dit jaar. Daarbij is afgesproken dat de decentrale overheden en het ministerie van OCW de bijdragen vanuit de huidige concessieafspraken en OV-studentenkaart doorbetalen. Het kabinet hecht eraan dat NS, het stads- en streekvervoer en de Friese Waddenveren zelf ook een passende bijdrage leveren. Deze is vastgesteld op maximaal 7% van de kosten.
Met de beschikbaarheidsvergoeding vanuit het Rijk komt de kostendekkingsgraad voor het openbaar vervoer uit op 93%. Ov-bedrijven die kunnen aantonen dat er bedrijfseconomisch geen andere mogelijkheid is dan de dienstregeling af te schalen om continuïteit te borgen worden tot maximaal 95% gecompenseerd. De hele regeling omvat naar verwachting zo’n 1,5 miljard euro. Net als bij andere corona-regelingen gelden er ook voorwaarden: vervoerders keren geen dividend uit en er worden geen bonussen of ontslagvergoedingen aan bestuurders verstrekt.
Met het besluit over de beschikbaarheidsvergoeding geeft het Rijk aan dat zij ook de financiële opgaven samen met de decentrale overheden en de vervoerders wil oppakken. Daarbij is het van belang om scherp te blijven op de kostenontwikkeling en er gezamenlijk voor te zorgen dat het aantal reizigers veilig stapsgewijs kan worden vergroot. Ook nu de komende maanden weer meer sectoren stap voor stap openen, is het de verwachting dat het aantal reizigers zal toenemen en dat daardoor ook de reizigersinkomsten weer langzaam gaan stijgen. Naarmate de reizigersaantallen harder stijgen dan verwacht, zal de benodigde bijdrage vanuit het Rijk juist lager uitvallen.