Uit de Geschiedenis van Roden: Een nieuwe onderwijzeres voor Roderwolde.
15.Aug.2020
Tweede verhaal in een serie van vier.

Door: Tjerk Karsijns.

 

Trijntje Jacoba Kuipers, dochter van Kornelis Kuipers en Gerritje Broersma, (zie ook de vorige aflevering van 15 juli) werd op 11 maart 1909 geboren op “Ekenstein” in Tjamsweer, het landgoed van jonkheer Willem Alberda van Ekenstein. In 1922 deed Trijntje, die Tine werd genoemd, toelatingsexamen voor de Rijksnormaalschool (vanaf 1924 Rijks Pedagogische Academie), in Appingedam. De akten voor onderwijzeres en nuttige handwerken haalde zij in juli 1927.

 

Rond die periode verhuisde het gezin Kuipers naar Sandebuur, waar vader Kornelis een boerderij huurde van de weduwe van Willem Frederik Van Zanten. De bewoners van de boerderij, Hindrik Noord en zijn vrouw Hinderkien Van Zanten, verhuisden naar een nieuwe boerderij.

 

Tine solliciteerde naar een betrekking aan de school van Roderwolde en werd op 7 november 1927 benoemd tot onderwijzeres in nuttige handwerken. In december werd zij assistente en in 1929 volgde haar benoeming als onderwijzeres.

 

Hoewel zij er geen flauw benul van had, werd maandag 1 september 1930 voor Tine een dag die uiteindelijk bepalend zou zijn voor haar verdere leven. De school verwelkomde op die bewuste dag een nieuwe onderwijzer, de 20-jarige Evert de Boer, die in Roden aan de Leeksterweg woonde. De kennismaking tussen juf en  meester verliep houterig. Beiden waren van nature zó verlegen dat zij elkaar nauwelijks aankeken..

 

Na zijn eerste schooldag in Roderwolde antwoordde Evert op de vraag van zijn moeder hoe het was geweest: “Het hoofd van de school, Cremer, lijkt een norse man, het onderwijzeresje is blond en heeft pukkels. De kinderen zijn rustig”. Later bleek dat juf Tine geen pukkels had.

 

Al spoedig voelde Evert zich hevig aangetrokken tot de jonge onderwijzeres. Na een toneeluitvoering, gespeeld op een ouderavond door oudercommissie en personeel, trok Evert de stoute schoenen aan en vroeg Tine of zij verkering met hem wilde. Tot zijn stomme verbazing, (ik heb een bokkenkop en zij is veel te mooi voor mij), stemde Tine toe.

 

 

Omdat zij nog bij haar ouders in Sandebuur woonde diende, na de verhuizing in 1932 van haar ouders naar Peize, Tine nieuwe woonruimte te zoeken. Zij kwam in de kost bij caféhouder Harm Hoff, die het “Rode Hert” dreef, op het adres Roderwolde 24.

 

Een tijdlang was er geen dominee in Roderwolde. Evert en Tine gaven in die periode zondagsschoolles aan de kinderen, als voorbereiding op het kerstfeest. Toen in januari 1934 dominee Landsman in Roderwolde werd bevestigd, stopte Evert met lesgeven, maar Tine ging door. Tot hevige schrik van de jonge onderwijzer  bleek de samenwerking tussen Tine en de jonge, charmante en vrijgezelle predikant dermate hecht, dat de onzekere Evert bang was zijn geliefde aan de dienaar Gods kwijt te raken.

 

Uiteindelijk bleek zijn vrees niet terecht. Hij en Tine verloofden zich tijdens de kerstdagen van 1936 en op 18 oktober 1937 volgde hun huwelijk. De dominee trouwde met Jeannette Bakker. In datzelfde jaar 1937 vertrok Evert uit Roderwolde en werd onderwijzer aan de school van Hoogezand. In november voegde Tine zich bij hem.

 

School Roderwolde. Fotoarchief Kor A Hagenouw.