Eis werkstraf voor twee broers uit Roden
6.Nov.2020
Twee broers uit Roden (54) en Groningen (47) hangt voor het in het bezit hebben van 60 liter drugsafval een werkstraf van 120 uur boven het hoofd. Dit schrijft RTV Noord .
De officier van justitie eiste ook dat de mannen beiden een boete van 10.000 euro betalen.
De politie was in mei 2018 op zoek naar een persoon, die zij dachten aan te kunnen treffen in een loods aan de Dokstraat in Zuidbroek. De agenten stapten de loods binnen en zagen een bestelbus staan met openstaande deuren.
In de bus stond een diepvriezer met daarin twee vaten, gevuld met chemicaliën die worden gebruikt voor het maken van xtc. Uit de bus liep een stroomkabel naar een ruimte achter in de loods. Op dat moment stapte de 47-jarige Stadjer de ruimte binnen.
Uitpuilende broekzakken
De man had ruim 10.000 euro aan contant geld op zak. De agenten vonden verderop in het pand de 54-jarige man uit Roden. Beiden werden aangehouden en verhoord. Tijdens de doorzoeking van het pand ontdekten de agenten een hennepkwekerij. Beide verdachten zeiden dat zij niets wisten van een hennepkwekerij of van drugsafval. Zij waren daar toevallig, op zoek naar oud ijzer, zeiden ze tegen de rechter.
Timmerwerk
De huurder van de loods had nog wat materiaal dat weg kon, waaronder de vriezer. De broers werden ook gevraagd om een kantoortje voor de huurder te timmeren. 'Ik kan niet timmeren, maar mijn broertje wel', zei de oudste verdachte tegen de rechter. De mannen zouden daar 500 euro voor krijgen. De officier van justitie geloofde weinig van deze toevallige ontmoeting. Bovendien wilden beide mannen bij de politie niets verklaren.
Geen bewijs
De officier hield in haar eis rekening met de ouderdom van de zaak. Beide mannen zijn in het verre verleden wel eens veroordeeld. Het Openbaar Ministerie wilde aanvankelijk ruim 23.000 euro op de mannen verhalen, omdat dat geld met de illegale productie zou zijn verdiend. Volgens de officier was er onvoldoende bewijs dat de mannen bij de drugsproductie aanwezig zijn geweest. Ze stelde voor deze vordering af te wijzen. De advocaat van de mannen vond dat nergens een spatje bewijs voor te vinden was en pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank doet 20 november uitspraak.
De officier van justitie eiste ook dat de mannen beiden een boete van 10.000 euro betalen.
De politie was in mei 2018 op zoek naar een persoon, die zij dachten aan te kunnen treffen in een loods aan de Dokstraat in Zuidbroek. De agenten stapten de loods binnen en zagen een bestelbus staan met openstaande deuren.
In de bus stond een diepvriezer met daarin twee vaten, gevuld met chemicaliën die worden gebruikt voor het maken van xtc. Uit de bus liep een stroomkabel naar een ruimte achter in de loods. Op dat moment stapte de 47-jarige Stadjer de ruimte binnen.
Uitpuilende broekzakken
De man had ruim 10.000 euro aan contant geld op zak. De agenten vonden verderop in het pand de 54-jarige man uit Roden. Beiden werden aangehouden en verhoord. Tijdens de doorzoeking van het pand ontdekten de agenten een hennepkwekerij. Beide verdachten zeiden dat zij niets wisten van een hennepkwekerij of van drugsafval. Zij waren daar toevallig, op zoek naar oud ijzer, zeiden ze tegen de rechter.
Timmerwerk
De huurder van de loods had nog wat materiaal dat weg kon, waaronder de vriezer. De broers werden ook gevraagd om een kantoortje voor de huurder te timmeren. 'Ik kan niet timmeren, maar mijn broertje wel', zei de oudste verdachte tegen de rechter. De mannen zouden daar 500 euro voor krijgen. De officier van justitie geloofde weinig van deze toevallige ontmoeting. Bovendien wilden beide mannen bij de politie niets verklaren.
Geen bewijs
De officier hield in haar eis rekening met de ouderdom van de zaak. Beide mannen zijn in het verre verleden wel eens veroordeeld. Het Openbaar Ministerie wilde aanvankelijk ruim 23.000 euro op de mannen verhalen, omdat dat geld met de illegale productie zou zijn verdiend. Volgens de officier was er onvoldoende bewijs dat de mannen bij de drugsproductie aanwezig zijn geweest. Ze stelde voor deze vordering af te wijzen. De advocaat van de mannen vond dat nergens een spatje bewijs voor te vinden was en pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank doet 20 november uitspraak.