Drenten sociaal en mentaal geraakt door corona
17.Dec.2020
Drenten sociaal en mentaal geraakt door corona 

 

De coronacrisis houdt het land al negen maanden in haar greep en laat voorlopig nog niet los. Ook in de provincie Drenthe heeft dit grote gevolgen. Op dit moment zijn die vooral merkbaar in het sociale leven en de mentale gesteldheid van de Drenten. Daarnaast heeft 8% van de inwoners met (gedeeltelijk) verlies van werk of inkomen te maken. Dit blijkt uit onderzoek van Trendbureau Drenthe naar de effecten van de coronacrisis op werk, inkomen, onderwijs, sociale contacten, gezondheid en (informele) zorg. Hieraan deden tussen 11 november en 4 december 2020 ruim 950 leden van het Drents Panel mee.

 

In april voerde Trendbureau Drenthe een soortgelijk onderzoek uit. Toen dacht ruim een kwart van de Drenten dat de veranderingen door de coronacrisis, zoals geen handen schudden bij een begroeting en zoveel mogelijk thuis werken, na een half jaar niet meer aan de orde zouden zijn. De tijd heeft inmiddels geleerd dat niks minder waar is. Het panelonderzoek van november bevestigt dat. Veel Drenten hadden het in november zwaar te verduren door ‘corona’. Met de nieuwe maatregelen van deze week moet er nog een tandje bovenop.

 

Minder contact en meer stress op het werk; zzp’ers zwaar getroffen
Bijna de helft (48%) van de Drenten met een inkomen uit werk geeft aan (ook) negatieve veranderingen op het gebied van werk te ervaren. Ze noemen het vaakst sociale en mentale aspecten: minder contact met collega’s, meer werkdruk of stress, en een minder goede balans tussen werk en privé. (Gedeeltelijk) verlies van werk, opdrachten of inkomsten speelt bij 8% van de respondenten – iets meer dan de 7% die in april 2020 werk, opdrachten of inkomen kwijt was door corona. Zelfstandigen zijn wat dit betreft nog steeds de zwaarst getroffen groep: 37% van hen meldt dat het eigen inkomen door corona is gedaald. Mede dankzij de steunmaatregelen van de overheid zijn er in 2020 minder bedrijfsfaillissementen dan in 2019 (CBS). De arbeidsparticipatie in de provincie Drenthe ligt in het derde kwartaal van 2020 1,2 procentpunt lager dan in het derde kwartaal van 2019 (CBS). De vrees is dat dit slechts de stilte voor de storm is. De werkloosheid zal in 2021 toenemen (volgens CBP-prognose) en gemeenten vrezen in 2021 extra uitgaven doordat meer mensen een beroep doen op de bijstand. Ook ondernemers maken zich zorgen: bijna 1 op de 3 geeft aan dat de omzet van de eigen onderneming sterk (>25%) is gedaald door de coronacrisis; bij 16% is de toekomst van de onderneming onzeker geworden.

 

Bij bijna de helft (48%) van de Drenten met een inkomen uit werk heeft de coronacrisis geen belangrijke veranderingen veroorzaakt op het gebied van werk en 9 op de 10 Drenten geven aan dat de coronacrisis geen invloed heeft gehad op hun inkomen. Bij ruim 3 op de 10 deelnemers aan het onderzoek heeft corona (ook) positieve effecten gehad op werk & inkomen. Minder reistijd is daarbij het meest genoemd.

 

Onderwijsachterstanden nog niet ingelopen
Veel ouders met schoolgaande kinderen rapporteren onderwijsachterstanden of studievertraging. Per onderwijstype verschilt de situatie: respectievelijk 27% (basisschool), 31% (vo) en 48% (mbo en hoger onderwijs) van de ouders denkt dat hun kind nu een achterstand heeft. Leerlingen in het basisonderwijs konden vanaf juni weer ‘gewoon’ naar school en het vo ging open met restricties.  Kennelijk zijn vijf maanden onvoldoende geweest om de achterstanden in te lopen. In het mbo en hoger onderwijs zijn stages en praktijklessen lastig en in het hoger onderwijs is een deel van de studenten sinds de start van het schooljaar nog nooit op de faculteit zijn geweest. Het is dus begrijpelijk dat de achterstanden daar nog groter zijn.

 

Bijna de helft van de ouders van mbo- en hbo/wo-studenten ziet motivatieproblemen bij hun kinderen. Dit is gelijk aan de eerste meting in april. Dat verbaast niet, want er zijn nog steeds weinig contactmomenten - één van de basisingrediënten voor een goede motivatie.

 

Sociaal leven op laag pitje
Het sociale leven in de provincie Drenthe is er ten opzichte van het voorjaar niet veel op vooruit gegaan. In april gaf 79% van de Drenten aan veel minder mensen te spreken dan voorheen. Ook in november sprak een groot deel van de Drenten minder mensen en hadden ze minder contacten buitenshuis dan voor de coronacrisis. Bijna 6 op de 10 Drenten geeft nu aan dat zij alleen maar negatieve gevolgen ervaren van de coronacrisis als het gaat om het sociale leven en sociale contacten. 16% van hen zegt zich door corona vaker eenzaam te voelen. (En zit daarom in onderstaande figuur niet in de top-3 van negatieve veranderingen). 
Op sociaal gebied brengt corona ook positieve veranderingen voor 20% van de Drenten. De vaakst genoemde positieve verandering is dat er meer tijd (digitaal) wordt doorgebracht met familie, vrienden en bekenden. Niemand geeft echter aan alleen maar positieve gevolgen te ervaren.

 

Voor het leven in de buurt heeft de coronacrisis vooral negatieve gevolgen. Slechts 5% van de Drenten geeft aan dat buurt-/dorpsgenoten zich meer voor hem of haar inzetten door de coronacrisis en 12% geeft aan dat hij of zij dit doet voor anderen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 1 op de 4 het (helemaal) oneens is met de stelling ‘door de coronacrisis is de saamhorigheid in mijn buurt/dorp toegenomen’. Het aantal activiteiten in coronatijd is minimaal; slechts 20% geeft aan dat er coronaproof iets wordt georganiseerd bij de organisatie waarvan hij of zij lid is. Onderzoek van het Fries Sociaal Planbureau (FSP) laat zien dat inwoners in buurten waar al een sterke sociale samenhang was, zich tijdens de coronacrisis vaker inzetten voor elkaar. In buurten waar deze samenhang minder sterk is, gebeurt dit minder vaak. Hierdoor nemen de verschillen toe. Sociale relaties in de buurt zijn voor iedereen van waarde, maar als deze verzwakken treft dat in het bijzonder mensen die aan huis of buurt gebonden zijn, waaronder zelfstandig wonende kwetsbare ouderen.

 

Gezondheid verslechterd bij bijna 1 op de 5

De coronacrisis blijkt grote invloed te hebben op de ervaren lichamelijke en mentale gezondheid van Drenten. Bijna 1 op de 5 geeft aan dat zijn gezondheid is verslechterd. Bij slechts 4% heeft de coronacrisis bijgedragen aan een verbeterde gezondheid.

 

Van alle Drenten heeft 8% (deels) niet de zorg ontvangen die zij nodig hadden, omdat deze niet geleverd werd (6%) en/of omdat de respondent zelf besloot ervan af te zien (3%). (Voor 1% geldt dat ze zowel door hun eigen beslissing als door de beslissing van anderen bepaalde zorg niet hebben ontvangen). Met name zorg van een ziekenhuis of medisch specialist werd niet geleverd. Als mensen zelf afzien van zorg gaat het met name om zorg van een huisarts of doktersdienst. Het uitstellen of afstellen van medische behandelingen kan grote  gevolgen hebben voor de gezondheid op langere termijn. Zo heeft het RIVM berekend dat door minder geleverde zorg tijdens de eerste coronagolf in Nederland minimaal 50.000 gezonde levensjaren verloren zullen gaan. Dit aantal zal ongetwijfeld toenemen in de tweede golf, waarin weer sprake is van afschaling van reguliere zorg. Volgens het Acute Zorgnetwerk Noord-Nederland waren er op 19 november overigens geen aanwijzing dat kritieke zorg (zorg die binnen 6 weken moet plaatsvinden) in de regio Noord-Nederland wordt uitgesteld.

 

Onder de leden van het Drents Panel verleent ruim een kwart mantelzorg, het grootste deel zowel voor als tijdens de coronaperiode. Van deze groep geeft het grootste deel aan dat de mantelzorgtaken niet zijn veranderd door de coronacrisis. Echter, 21% zegt dat de taken alleen in negatieve zin zijn veranderd, 10% zowel in positieve als in negatieve zin, en 6% alleen in positieve zin.

 

Grote bereidheid zich aan de maatregelen te houden

Sinds het begin van de coronacrisis zijn verschillende pakketten met (landelijke) maatregelen de revue gepasseerd. Ruim 90% van de Drenten zegt zich aan de landelijke maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus te houden. 28% neemt daarnaast extra maatregelen, bovenop de landelijke. 6% houdt zich naar eigen zeggen niet aan (een deel van) de landelijke maatregelen, weloverwogen, of omdat het gewoon niet lukt de maatregelen toe te passen. Let wel: dit betreft de maatregelen die in november van kracht waren; er is niet gevraagd wat men met de maatregelen gaat doen die op 14 december zijn afgekondigd. De maatregelen waar mensen het minst moeite mee hebben zijn ‘afstand houden’ en ‘drukke plaatsen vermijden’. ‘Geen risicogroepen bezoeken’ en ‘werken vanuit huis’ vindt men lastiger, zo blijkt uit cijfers van de coronabarometer voor Noord-Nederland. Opmerkelijk is dat ondanks de grote bereidheid om zich aan de maatregelen te houden, in november slechts 55% van de respondenten tevreden was met het landelijke beleid. Ook in andere delen van het land zien we de ontevredenheid over het landelijke beleid. Zo geeft in Friesland een kwart van de inwoners de aanpak van de overheid een onvoldoende (FSP)

 

Aandachtspunten voor beleid

 

Trendbureau Drenthe ziet op basis van deze onderzoeksresultaten drie thema’s die in het bijzonder beleidsmatige aandacht vragen.


  • Werk en Inkomen: de huidige cijfers laten zien dat er in het afgelopen half jaar meer mensen in Drenthe hun werk, opdrachten of inkomsten (gedeeltelijk) zijn verloren. Ondernemers  worden hierbij het zwaarst getroffen. Veel van hen maken zich zorgen over de toekomst van hun onderneming. De verwachting is dat zowel bij ondernemers als (hun) werknemers in 2021 klappen gaan vallen. 

  • Sociale samenhang: de afname in de sociale samenhang is zorgelijk. Juist in deze tijden zijn sociale relaties erg belangrijk. Maar in veel buurten staat het sociale leven vrijwel stil en wordt weinig naar elkaar wordt omgekeken. Er lijkt een sociale impuls nodig. Tegelijkertijd zien we dat veel gemeenten bezuinigen op voorzieningen in het voorliggend veld. 

  • Onderwijs: een toenemend deel van de leerlingen en studenten heeft motivatieproblemen en loopt achterstanden op in onderwijs of studie. De kwaliteit van het onderwijs heeft te leiden onder de coronacrisis. Hier ligt een enorme uitdaging, zowel in de periode met coronabeperkingen (online onderwijs, lesuitval door ziekte etc.) als daarna.