Column Rennen naar de afgrond.
8.Apr.2021
We verwelkomen onze nieuwe Column schrijver .
Column van Turfsteker. Rennen naar de afgrond.
Mens, milieu en economie dienen met elkaar in evenwicht te zijn. Zo zouden we er voor kunnen zorgen dat onze kwetsbare planeet niet wordt uitgeput en leefbaar blijft, zodat we de toekomstige generaties perspectief kunnen bieden.
Bovenstaande woorden deden mij weer eens denken aan het dagboek van Doeke Wijgers Hellema, een Friese boer die in een dorpje onder Leeuwarden woonde en leefde van 1766 tot 1856. Hij tekende tussen 1821 en 1856 zijn herinneringen op.
Treffend zijn de verschillen in het dagelijkse bestaan van destijds en heden ten dage. Ten opzichte van nu was armoe troef. Alleen, men besefte het niet. Wist immers niet anders. Maar wij kunnen wel vergelijken met toen. En dan komt de kop in deze column in beeld. Het evenwicht is volkomen zoek.
Wereldwijd rennen wij naar de afgrond. Daarvoor verantwoordelijk is de mens. Aan de ene kant inventief, tot grote dingen in staat, daartegenover zo dom als olie. De mens kent geen maat. Leefde die in de tijd van Doeke Hellema nog sober, de huidige samenleving gaat ten onder aan vlijt. Meer, meer, meer. Steeds maar meer. Een ho kennen we niet.
Na de jaren van Hellema is het hard gegaan. Zo maar wat voorbeelden: De industrialisatie kwam definitief op gang, er werd olie gevonden en de auto deed zijn intrede. Het vliegtuig gaf ons de mogelijkheid wereldreizen te maken. Van recentere datum zijn de computers, de mobiele telefoons, de elektrische fietsen, de zonnepanelen (wordt het nieuwe asbest genoemd) en nog veel en veel meer. Het Suezkanaal vertelt hoeveel duizenden containers er maandelijks in ons land aankomen.
Een en ander betekent een aanslag op de beschikbare grondstoffen en we hebben een levensgroot probleem van vervuiling. Van de opwarming van de aarde. De permafrost in Siberië smelt, gigantische bosbranden overal, de ontbossing. Alleen al in Indonesië in 1 jaar een gebied zo groot als Nederland. De berg afval is gigantisch. De zeespiegel stijgt, met als gevolg mensen op drift en nergens welkom. Oorlog dus.
Is het tij dan niet te keren? Zolang we de mens niet hebben gereset kunnen we dat idee wel schudden. Een mens is van nature egoïstisch. Het is altijd rupsje nooit genoeg. Maar, laten we toch eens filosoferen over de redding van de aarde. Alle neuzen dezelfde richting op. Een ieder op aarde begaan met onze planeet. En nu komt Doeke Wijgers Hellema in beeld. Hij geeft ons een inkijk in het leven van destijds. Zijn aantekeningen werden uitgegeven als “Kroniek van een Friese Boer” en beschrijven 35 jaar.
Zomaar een voorbeeld uit zijn boek: Reizen was voor de meeste mensen problematisch. Ja, te voet en bij strenge vorst op de schaats. Men kwam dus ook bijna nergens. Een wat groter boer spande zijn paard voor de “sjees”. Men had destijds moeite genoeg de dagelijkse kost bij elkaar te scharrelen. Dus geen auto, geen vliegtuig, geen t.v., chemische fabrieken, praktisch geen vervuiling, niets van dat alles. Vergeleken met nu de eenvoud ten top.
Dan telde de wereld in die tijd ongeveer anderhalf miljard zielen. Rond 1600 nog veel minder, ongeveer vijfhonderd miljoen, een derde van in Hellema’s tijd. De gemiddelde leeftijd lag in 1850 rond de veertig jaar. Tegenwoordig bijna het dubbele.
Hoeveel mensen zullen er zijn over honderd jaar? Met al hun wensen? Met hun vervuiling? De uitkomst is zonneklaar. Kunnen we terug naar 1850? Natuurlijk, als we maar willen. Terug naar de eenvoud dus. Het boek van Doeke Wijgers Hellema bevat 445 pagina’s. Ga het lezen, zou ik zeggen en droom over een prachtige aarde, die niet teloorgaat in drek en oorlog.
Reacties zijn welkom.
Column van Turfsteker. Rennen naar de afgrond.
Mens, milieu en economie dienen met elkaar in evenwicht te zijn. Zo zouden we er voor kunnen zorgen dat onze kwetsbare planeet niet wordt uitgeput en leefbaar blijft, zodat we de toekomstige generaties perspectief kunnen bieden.
Bovenstaande woorden deden mij weer eens denken aan het dagboek van Doeke Wijgers Hellema, een Friese boer die in een dorpje onder Leeuwarden woonde en leefde van 1766 tot 1856. Hij tekende tussen 1821 en 1856 zijn herinneringen op.
Treffend zijn de verschillen in het dagelijkse bestaan van destijds en heden ten dage. Ten opzichte van nu was armoe troef. Alleen, men besefte het niet. Wist immers niet anders. Maar wij kunnen wel vergelijken met toen. En dan komt de kop in deze column in beeld. Het evenwicht is volkomen zoek.
Wereldwijd rennen wij naar de afgrond. Daarvoor verantwoordelijk is de mens. Aan de ene kant inventief, tot grote dingen in staat, daartegenover zo dom als olie. De mens kent geen maat. Leefde die in de tijd van Doeke Hellema nog sober, de huidige samenleving gaat ten onder aan vlijt. Meer, meer, meer. Steeds maar meer. Een ho kennen we niet.
Na de jaren van Hellema is het hard gegaan. Zo maar wat voorbeelden: De industrialisatie kwam definitief op gang, er werd olie gevonden en de auto deed zijn intrede. Het vliegtuig gaf ons de mogelijkheid wereldreizen te maken. Van recentere datum zijn de computers, de mobiele telefoons, de elektrische fietsen, de zonnepanelen (wordt het nieuwe asbest genoemd) en nog veel en veel meer. Het Suezkanaal vertelt hoeveel duizenden containers er maandelijks in ons land aankomen.
Een en ander betekent een aanslag op de beschikbare grondstoffen en we hebben een levensgroot probleem van vervuiling. Van de opwarming van de aarde. De permafrost in Siberië smelt, gigantische bosbranden overal, de ontbossing. Alleen al in Indonesië in 1 jaar een gebied zo groot als Nederland. De berg afval is gigantisch. De zeespiegel stijgt, met als gevolg mensen op drift en nergens welkom. Oorlog dus.
Is het tij dan niet te keren? Zolang we de mens niet hebben gereset kunnen we dat idee wel schudden. Een mens is van nature egoïstisch. Het is altijd rupsje nooit genoeg. Maar, laten we toch eens filosoferen over de redding van de aarde. Alle neuzen dezelfde richting op. Een ieder op aarde begaan met onze planeet. En nu komt Doeke Wijgers Hellema in beeld. Hij geeft ons een inkijk in het leven van destijds. Zijn aantekeningen werden uitgegeven als “Kroniek van een Friese Boer” en beschrijven 35 jaar.
Zomaar een voorbeeld uit zijn boek: Reizen was voor de meeste mensen problematisch. Ja, te voet en bij strenge vorst op de schaats. Men kwam dus ook bijna nergens. Een wat groter boer spande zijn paard voor de “sjees”. Men had destijds moeite genoeg de dagelijkse kost bij elkaar te scharrelen. Dus geen auto, geen vliegtuig, geen t.v., chemische fabrieken, praktisch geen vervuiling, niets van dat alles. Vergeleken met nu de eenvoud ten top.
Dan telde de wereld in die tijd ongeveer anderhalf miljard zielen. Rond 1600 nog veel minder, ongeveer vijfhonderd miljoen, een derde van in Hellema’s tijd. De gemiddelde leeftijd lag in 1850 rond de veertig jaar. Tegenwoordig bijna het dubbele.
Hoeveel mensen zullen er zijn over honderd jaar? Met al hun wensen? Met hun vervuiling? De uitkomst is zonneklaar. Kunnen we terug naar 1850? Natuurlijk, als we maar willen. Terug naar de eenvoud dus. Het boek van Doeke Wijgers Hellema bevat 445 pagina’s. Ga het lezen, zou ik zeggen en droom over een prachtige aarde, die niet teloorgaat in drek en oorlog.
Reacties zijn welkom.