Uit de Geschiedenis van Roden: Toneelvereniging “Harmonieâ€
31.Aug.2022
Uit de Geschiedenis van Roden: Toneelvereniging “Harmonieâ€
Door: Tjerk Karsijns.
Begin dertiger jaren van de vorige eeuw werden in het wandelbos van Roden door de toneelvereniging Harmonie openluchtspelen georganiseerd. De Vereniging voor Vreemdelingenverkeer gaf financiële ondersteuning.
Opgevoerd werden onder andere het middeleeuws drama “Den Spyeghel der Salicheyt van Elkerlycâ€, de klucht “De bruiloft van Kloris en Roosjeâ€, “De samenspraak van Thomasvaer en Pieternel†en Shakespeares “Driekoningenavond of Wat gij wilt'. Toneelvereniging “Woldbloem†uit Roderwolde, opgericht in 1911, droeg bij met het leveren van spelers. Een kaartje kostte 75 cent, te verkrijgen bij juwelier Hofman aan de Brink in Roden.
Op de dag van de voorstelling reed er een extra tram naar Groningen. Mensen die met een autobus wensten te reizen werden verzocht een en ander aan te geven bij de kassa in het wandelbos.
In Elkerlyc speelde de op de optocht- foto links vooraan zittende man de rol van “Goetâ€, symbool van de platvloerse begeerte naar bezit en rijkdom. Met een kussen op zijn buik gespeld, een zonderling hoofddeksel op en in een opzichtig kledingstuk gehuld, moest hij een zat gevreten rijke gierigaard voorstellen, die met een schraperige stem de geneugten van de rijkdom verkondigde.
Het was een wat lachwekkende vertoning. Zijn vriend achter hem (het scherm ertussen op de foto) had de indrukwekkende rol van “de Doodâ€. Gehuld in een tricotpak, waarop een wit skelet geschilderd was en zijn hoofd als een doodskop, moest hij met donderende stem de verdorven mensheid voorbereiden op de naderende dood en eeuwige straffen in het hiernamaals. Kermend moest “Goet†dan roepen: “O lieve Dood, spaar mij, het is voor mij nog veel te vroeg. Ik wil nog lang genieten van mijn rijkdom. En heb medelijden met mijn vrouw en bloedjes van kinderen“. En terwijl de Dood bulderde: “Het is te laatâ€, werd “Goet†door doodsknechten ter helle gesleurd.
Twee avonden per week werd voor het stuk gerepeteerd en de lange rollen van buiten geleerd. De Groningse regisseur Hendrik Antoni Benus was een bekwaam en veeleisend man, van wie veel werd geleerd. Voor het instuderen van een nieuw stuk van Shakespeare haakten de vertolkers van “Goet†en “de Doodâ€, die in het dagelijkse leven onderwijzer waren, tijdelijk af. Hun studie voor de hoofdakte nam alle tijd in beslag. Wel bleven beiden actief in de zangvereniging “Woudklankâ€.
Door: Tjerk Karsijns.
Begin dertiger jaren van de vorige eeuw werden in het wandelbos van Roden door de toneelvereniging Harmonie openluchtspelen georganiseerd. De Vereniging voor Vreemdelingenverkeer gaf financiële ondersteuning.
Opgevoerd werden onder andere het middeleeuws drama “Den Spyeghel der Salicheyt van Elkerlycâ€, de klucht “De bruiloft van Kloris en Roosjeâ€, “De samenspraak van Thomasvaer en Pieternel†en Shakespeares “Driekoningenavond of Wat gij wilt'. Toneelvereniging “Woldbloem†uit Roderwolde, opgericht in 1911, droeg bij met het leveren van spelers. Een kaartje kostte 75 cent, te verkrijgen bij juwelier Hofman aan de Brink in Roden.
Op de dag van de voorstelling reed er een extra tram naar Groningen. Mensen die met een autobus wensten te reizen werden verzocht een en ander aan te geven bij de kassa in het wandelbos.
In Elkerlyc speelde de op de optocht- foto links vooraan zittende man de rol van “Goetâ€, symbool van de platvloerse begeerte naar bezit en rijkdom. Met een kussen op zijn buik gespeld, een zonderling hoofddeksel op en in een opzichtig kledingstuk gehuld, moest hij een zat gevreten rijke gierigaard voorstellen, die met een schraperige stem de geneugten van de rijkdom verkondigde.
Het was een wat lachwekkende vertoning. Zijn vriend achter hem (het scherm ertussen op de foto) had de indrukwekkende rol van “de Doodâ€. Gehuld in een tricotpak, waarop een wit skelet geschilderd was en zijn hoofd als een doodskop, moest hij met donderende stem de verdorven mensheid voorbereiden op de naderende dood en eeuwige straffen in het hiernamaals. Kermend moest “Goet†dan roepen: “O lieve Dood, spaar mij, het is voor mij nog veel te vroeg. Ik wil nog lang genieten van mijn rijkdom. En heb medelijden met mijn vrouw en bloedjes van kinderen“. En terwijl de Dood bulderde: “Het is te laatâ€, werd “Goet†door doodsknechten ter helle gesleurd.
Twee avonden per week werd voor het stuk gerepeteerd en de lange rollen van buiten geleerd. De Groningse regisseur Hendrik Antoni Benus was een bekwaam en veeleisend man, van wie veel werd geleerd. Voor het instuderen van een nieuw stuk van Shakespeare haakten de vertolkers van “Goet†en “de Doodâ€, die in het dagelijkse leven onderwijzer waren, tijdelijk af. Hun studie voor de hoofdakte nam alle tijd in beslag. Wel bleven beiden actief in de zangvereniging “Woudklankâ€.