''Reizen met OV wordt 10 procent duurder''
16.Aug.2023
Het wordt volgend jaar opnieuw duurder om met bijvoorbeeld bus of trein te reizen. Staatssecretaris Vivianne Heijnen voorziet prijsstijgingen tot tien procent, meldt OVNieuwsGD.
Die forse prijsstijging wordt verwacht in het bus- en tramvervoer. Het gaat hierbij om het landelijke prijspeil, waarmee bijvoorbeeld het kilometertarief bij reizen met OV-chipkaart of OVpay wordt bepaald. De OV-autoriteiten gaan over de daadwerkelijke tarieven. Bij het busvervoer in Groningen en Drenthe vraagt het OV-bureau advies over de tarieven aan de politiek. In de praktijk wordt voor het kilometertarief meestal de landelijke prijsindex gevolgd, terwijl voor losse kaartjes en de prijs van voor Groningen en Drenthe specifieke producten in de regio wordt bepaald.
Op het spoor zal een vervoersbewijs zo’n zeven procent duurder worden. De NS mag alleen de inflatie doorberekenen aan reizigers, voor volgend jaar op dit moment voor economen van de Rabobank ingeschat op 3,8 procent. Voor 2024 mag de NS echter een extra verhoging doorvoeren. Dit is een inflatiegat van 3,5 procent, ontstaan doordat de inflatie vorig jaar veel hoger uitkwam dan in eerste instantie ingeschat. Dit jaar dekt de NS deze kosten nog zelf. De inflatie voor volgend jaar moet nog officieel worden vastgesteld door het CBS en bepaalt de uiteindelijke prijsverhoging.
Het blijft daar niet bij, want de staatssecretaris heeft de NS toestemming gegeven om op 1 januari 2026 de prijzen nog eens met 3,5 procent extra te verhogen, bovenop de inflatie. Volgens haar is de tariefstelling niet meer in verhouding met de stijging van de kosten. Tenslotte heeft de NS de mogelijkheid gekregen om in de nieuwe concessie, welke van start gaat in 2025 de tarieven meer aan te passen op de vraag. Dat betekent dat drukkere treinen mogelijk duurder worden en rustigere treinen goedkoper. Ook zaken als reisafstand, snelheid en kwaliteit van de verbinding zouden daarvoor mee kunnen gaan tellen. Volgens de NS is het uitgangspunt om de gemiddelde tarieven omlaag te brengen met deze maatregel.
Die forse prijsstijging wordt verwacht in het bus- en tramvervoer. Het gaat hierbij om het landelijke prijspeil, waarmee bijvoorbeeld het kilometertarief bij reizen met OV-chipkaart of OVpay wordt bepaald. De OV-autoriteiten gaan over de daadwerkelijke tarieven. Bij het busvervoer in Groningen en Drenthe vraagt het OV-bureau advies over de tarieven aan de politiek. In de praktijk wordt voor het kilometertarief meestal de landelijke prijsindex gevolgd, terwijl voor losse kaartjes en de prijs van voor Groningen en Drenthe specifieke producten in de regio wordt bepaald.
Op het spoor zal een vervoersbewijs zo’n zeven procent duurder worden. De NS mag alleen de inflatie doorberekenen aan reizigers, voor volgend jaar op dit moment voor economen van de Rabobank ingeschat op 3,8 procent. Voor 2024 mag de NS echter een extra verhoging doorvoeren. Dit is een inflatiegat van 3,5 procent, ontstaan doordat de inflatie vorig jaar veel hoger uitkwam dan in eerste instantie ingeschat. Dit jaar dekt de NS deze kosten nog zelf. De inflatie voor volgend jaar moet nog officieel worden vastgesteld door het CBS en bepaalt de uiteindelijke prijsverhoging.
Het blijft daar niet bij, want de staatssecretaris heeft de NS toestemming gegeven om op 1 januari 2026 de prijzen nog eens met 3,5 procent extra te verhogen, bovenop de inflatie. Volgens haar is de tariefstelling niet meer in verhouding met de stijging van de kosten. Tenslotte heeft de NS de mogelijkheid gekregen om in de nieuwe concessie, welke van start gaat in 2025 de tarieven meer aan te passen op de vraag. Dat betekent dat drukkere treinen mogelijk duurder worden en rustigere treinen goedkoper. Ook zaken als reisafstand, snelheid en kwaliteit van de verbinding zouden daarvoor mee kunnen gaan tellen. Volgens de NS is het uitgangspunt om de gemiddelde tarieven omlaag te brengen met deze maatregel.