Uit de Oorlogsgeschiedenis van Roden. Het ware verhaal over een blunder van het verzet: De lijst Torensma.
16.Oct.2023
Uit de Oorlogsgeschiedenis van Roden. Het ware verhaal over een blunder van het verzet: De lijst Torensma.
Samenvatting van een omvangrijk verhaal.
Door: Tjerk Karsijns. Uit: gesprekken op band van 4, 11 en 18 oktober 1980 met verschillende betrokkenen, waaronder gemeenteambtenaren en Marcus G.
Aangezien uw schrijver hecht aan een zuivere geschiedschrijving het volgende: In een onlangs gepubliceerd boek over de oorlogsperiode Roden worden vraagtekens gezet omtrent de lijst van Torensma en over verzetsstrijders daarop.
Onder het echte verhaal. De lijst was er wel degelijk en het geopperde omtrent verzetsstrijders kan naar het rijk der fabelen.
Marcus G.
Op een morgen, begin maart 1945, kwam de 23-jarige Duitsgezinde slagersknecht Marcus G. naar het gemeentehuis. Zijn vader was ook slager en moeder bracht wat geld binnen door te “bakeren”. Marcus oogde zeer nerveus en ambtenaar V. vroeg hem wat er aan scheelde. “Niets”, verklaarde M., maar zijn lichaamstaal verried anders. “Jawel”, sprak een andere ambtenaar, “Je bent zó verschrikkelijk zenuwachtig, er is wat gebeurd”. Na nog enig aandringen vertelde Marcus zijn verhaal.
De overval
De nacht ervoor was hij naar het gemeentehuis geroepen in verband met de overval op de boerderij van Andries Torensma in Leutingewolde. Bij die overval, waarbij de Landwacht, de S.D. en ook de beruchte verraadster Geesje B. betrokken waren, werd de boerderij grondig doorzocht. In een melkbus vonden de overvallers een handgeschreven lijst. Het verzet had hem opgesteld. Erop stonden de namen van veel Rodenaren.
Overtypen
Slager L. had aan de sterk onder zijn invloed staande Marcus een gemakkelijke hulp voor hand- en spandiensten aangaande de landwachterspraktijken. Hoewel hij elders werkte hielp Marcus de Landwachter ook zo nu en dan bij het slachten. De werkzaamheden voor de slager waren echter niet van dien aard dat hij na de oorlog hoefde te vrezen voor internering. Hij was meer een meeloper. Zijn vader ontsprong de dans niet. Die ging na de bevrijding naar het gevang.
Marcus werd dus ’s nachts naar het gemeentehuis geroepen, waar hij al werd opgewacht door gemeentesecretaris J. K. Die wilde de handgeschreven lijst overtypen, maar er was geen elektrisch licht. Marcus moest K. bijlichten met een petroleumlamp. Op de lijst stonden Rodenaren die als betrouwbaar konden worden beschouwd. Groepen, met een leider, van wie werd aangenomen dat zij zich na de bevrijding zouden kunnen inzetten Roden weer op de rails te krijgen. De meesten van hen waren lokale en middenstanders uit de buitendorpen, maar ook anderen.
De Landwacht, onkundig van het feit dat de namen op de lijst een volkomen onschuldig karakter droegen, dacht echter met verzetsmensen van doen te hebben. Trouwens, de reden dat Marcus zo nerveus was lag in het feit dat hij angstig begon te worden omdat hij inzag dat de oorlog verloren was. Wat zou er van hem worden na de bevrijding? Hij was zich zeer bewust van de gevolgen voor de mensen op de lijst. Hoe zou zijn rol daarin beoordeeld worden? Na de bevrijding verdween hij direct met de noorderzon en trouwde nadien ver buiten Roden. In later jaren woonde hij met zijn tweede vrouw in Helpman, bij Groningen, waar hij in maart 1981 overleed. (toen uw schrijver Marcus interviewde (op band) in 1980 was hij al geruime ziek. Hij wilde trouwens graag zijn verhaal doen).
De Landwacht
Op dezelfde morgen dat Marcus naar het gemeentehuis kwam, ging slager L., het hoofd van de Landwacht, op weg met de lijst om Rodenaren te bezoeken en te confronteren met hun op de lijst voorkomende namen. Ook hij was ervan overtuigd dat de mensen op de lijst met het verzet te maken hadden. Alvorens L. vertrok vertelde hij het gemeentepersoneel dat veel mensen in Roden en daarbuiten de dans niet zouden ontspringen (zie ook het onlangs gepubliceerde verhaal Dreesde), waarbij hij ook nu gewoontegetrouw betekenisvol op zijn pistool klopte en driftig aan zijn onafscheidelijke sigaret trok. Met spoed werden voor zover mogelijk de op de lijst staande mensen door “goed” gemeentepersoneel gewaarschuwd zodat zij konden verdwijnen. Velen namen de raad ter harte. Zelfs enkele op de lijst voorkomende gemeenteambtenaren doken onder of sliepen niet meer thuis. Anderen werden opgepakt en weggevoerd.
Een gelukkige omstandigheid
Iemand die over geluk niet te klagen had was middenstander H. die in het centrum van het dorp zijn winkel had. Hij was een handige man en “organiseerde” tabak. Omdat hij, samen met zijn zoon, bovenaan de lijst stond, kreeg hij de primeur de Landwachter op bezoek te krijgen. Dat bezoek is hier het vermelden waard. Landwachter L. was een fervent roker. Nu was tijdens de oorlog tabak een zeer moeilijk te verkrijgen genotmiddel. De winkelier H. die, zo vertelden enkele geïnterviewden, altijd tabak “achteruit” had, leverde aan L. het schaarse goedje (binnenkort op deze site hoe H. aan tabak kwam). Vanwege die levering onderhielden zij een vriendschappelijke relatie. H. vrijwaarde zich dus eigenlijk al bij voorbaat van welke moeilijkheden dan ook.
Toneelstuk
Het bezoekje van L. aan de winkelier over de lijst kon dus als een stukje theater worden beschouwd. H. en zijn zoon arresteren betekende natuurlijk het einde van de tabakslevering. Op de vraag van de Landwachter aan de winkelier wat hij wist van zijn naam op de lijst, werd natuurlijk resoluut ontkend en ook terecht. Het verzet had niemand geïnformeerd. H. werd dus zondermeer geloofd….(tabak) en het bezoek had geen gevolgen. Anderen hadden minder geluk, werden gearresteerd en afgevoerd naar Duitsland.
Blunder
Het verzet blunderde enorm met de gevonden lijst. Die had natuurlijk nooit bij Torensma mogen worden bewaard. In Roden hebben veel mensen de betrokkenen die actie dan ook zeer kwalijk genomen. Een andere flater werd begaan toen het datzelfde verzet de verraadster Geesje B. maanden daarvoor oppakte en in de boerderij van Torensma ondervroeg. Men verzuimde haar af te zonderen en te laten bewaken. Er werd zelfs geopperd Geesje te liquideren. Hoewel een ex-KNIL-militair aanbood haar bij het Leekstermeer te laten “verdwijnen”, (een en ander behoeft geen nadere uitleg) durfden de ondervragers dat tenslotte niet aan. Geesje, die bij hoog en laag volhield te “deugen”, werd uiteindelijk vrijgelaten en ging door met haar verraderspraktijken. Had men haar na het verhoor niet vrijgelaten maar gevangen gezet, dan zou de overval bij Torensma nooit hebben plaatsgevonden en zou zij haar verraderspraktijken niet hebben kunnen voortzetten. De blunder van het verzet kostte dus uiteindelijk niet alleen in Roden, maar ook daarbuiten levens.
Binnenkort op deze site:
Het “tabak” verhaal.
Het waargebeurde verhaal, met foto’s (en dus niet “het verhaal gaat”) over de reisclub Roden, waarin het Joodse echtpaar Oudgenoeg een hoofdrol speelt.
Het letterlijke, geschreven verslag van de Oom van uw schrijver, die, na begin maart 1945 in Roden te zijn opgepakt, met twee anderen ontsnapte uit het Duitse Wegeleben, waar hij was tewerkgesteld op een staatsboerderij. Ook dat verhaal zal weer enigszins zuiverheid geven ten aanzien van het tot op heden gepubliceerde.
Samenvatting van een omvangrijk verhaal.
Door: Tjerk Karsijns. Uit: gesprekken op band van 4, 11 en 18 oktober 1980 met verschillende betrokkenen, waaronder gemeenteambtenaren en Marcus G.
Aangezien uw schrijver hecht aan een zuivere geschiedschrijving het volgende: In een onlangs gepubliceerd boek over de oorlogsperiode Roden worden vraagtekens gezet omtrent de lijst van Torensma en over verzetsstrijders daarop.
Onder het echte verhaal. De lijst was er wel degelijk en het geopperde omtrent verzetsstrijders kan naar het rijk der fabelen.
Marcus G.
Op een morgen, begin maart 1945, kwam de 23-jarige Duitsgezinde slagersknecht Marcus G. naar het gemeentehuis. Zijn vader was ook slager en moeder bracht wat geld binnen door te “bakeren”. Marcus oogde zeer nerveus en ambtenaar V. vroeg hem wat er aan scheelde. “Niets”, verklaarde M., maar zijn lichaamstaal verried anders. “Jawel”, sprak een andere ambtenaar, “Je bent zó verschrikkelijk zenuwachtig, er is wat gebeurd”. Na nog enig aandringen vertelde Marcus zijn verhaal.
De overval
De nacht ervoor was hij naar het gemeentehuis geroepen in verband met de overval op de boerderij van Andries Torensma in Leutingewolde. Bij die overval, waarbij de Landwacht, de S.D. en ook de beruchte verraadster Geesje B. betrokken waren, werd de boerderij grondig doorzocht. In een melkbus vonden de overvallers een handgeschreven lijst. Het verzet had hem opgesteld. Erop stonden de namen van veel Rodenaren.
Overtypen
Slager L. had aan de sterk onder zijn invloed staande Marcus een gemakkelijke hulp voor hand- en spandiensten aangaande de landwachterspraktijken. Hoewel hij elders werkte hielp Marcus de Landwachter ook zo nu en dan bij het slachten. De werkzaamheden voor de slager waren echter niet van dien aard dat hij na de oorlog hoefde te vrezen voor internering. Hij was meer een meeloper. Zijn vader ontsprong de dans niet. Die ging na de bevrijding naar het gevang.
Marcus werd dus ’s nachts naar het gemeentehuis geroepen, waar hij al werd opgewacht door gemeentesecretaris J. K. Die wilde de handgeschreven lijst overtypen, maar er was geen elektrisch licht. Marcus moest K. bijlichten met een petroleumlamp. Op de lijst stonden Rodenaren die als betrouwbaar konden worden beschouwd. Groepen, met een leider, van wie werd aangenomen dat zij zich na de bevrijding zouden kunnen inzetten Roden weer op de rails te krijgen. De meesten van hen waren lokale en middenstanders uit de buitendorpen, maar ook anderen.
De Landwacht, onkundig van het feit dat de namen op de lijst een volkomen onschuldig karakter droegen, dacht echter met verzetsmensen van doen te hebben. Trouwens, de reden dat Marcus zo nerveus was lag in het feit dat hij angstig begon te worden omdat hij inzag dat de oorlog verloren was. Wat zou er van hem worden na de bevrijding? Hij was zich zeer bewust van de gevolgen voor de mensen op de lijst. Hoe zou zijn rol daarin beoordeeld worden? Na de bevrijding verdween hij direct met de noorderzon en trouwde nadien ver buiten Roden. In later jaren woonde hij met zijn tweede vrouw in Helpman, bij Groningen, waar hij in maart 1981 overleed. (toen uw schrijver Marcus interviewde (op band) in 1980 was hij al geruime ziek. Hij wilde trouwens graag zijn verhaal doen).
De Landwacht
Op dezelfde morgen dat Marcus naar het gemeentehuis kwam, ging slager L., het hoofd van de Landwacht, op weg met de lijst om Rodenaren te bezoeken en te confronteren met hun op de lijst voorkomende namen. Ook hij was ervan overtuigd dat de mensen op de lijst met het verzet te maken hadden. Alvorens L. vertrok vertelde hij het gemeentepersoneel dat veel mensen in Roden en daarbuiten de dans niet zouden ontspringen (zie ook het onlangs gepubliceerde verhaal Dreesde), waarbij hij ook nu gewoontegetrouw betekenisvol op zijn pistool klopte en driftig aan zijn onafscheidelijke sigaret trok. Met spoed werden voor zover mogelijk de op de lijst staande mensen door “goed” gemeentepersoneel gewaarschuwd zodat zij konden verdwijnen. Velen namen de raad ter harte. Zelfs enkele op de lijst voorkomende gemeenteambtenaren doken onder of sliepen niet meer thuis. Anderen werden opgepakt en weggevoerd.
Een gelukkige omstandigheid
Iemand die over geluk niet te klagen had was middenstander H. die in het centrum van het dorp zijn winkel had. Hij was een handige man en “organiseerde” tabak. Omdat hij, samen met zijn zoon, bovenaan de lijst stond, kreeg hij de primeur de Landwachter op bezoek te krijgen. Dat bezoek is hier het vermelden waard. Landwachter L. was een fervent roker. Nu was tijdens de oorlog tabak een zeer moeilijk te verkrijgen genotmiddel. De winkelier H. die, zo vertelden enkele geïnterviewden, altijd tabak “achteruit” had, leverde aan L. het schaarse goedje (binnenkort op deze site hoe H. aan tabak kwam). Vanwege die levering onderhielden zij een vriendschappelijke relatie. H. vrijwaarde zich dus eigenlijk al bij voorbaat van welke moeilijkheden dan ook.
Toneelstuk
Het bezoekje van L. aan de winkelier over de lijst kon dus als een stukje theater worden beschouwd. H. en zijn zoon arresteren betekende natuurlijk het einde van de tabakslevering. Op de vraag van de Landwachter aan de winkelier wat hij wist van zijn naam op de lijst, werd natuurlijk resoluut ontkend en ook terecht. Het verzet had niemand geïnformeerd. H. werd dus zondermeer geloofd….(tabak) en het bezoek had geen gevolgen. Anderen hadden minder geluk, werden gearresteerd en afgevoerd naar Duitsland.
Blunder
Het verzet blunderde enorm met de gevonden lijst. Die had natuurlijk nooit bij Torensma mogen worden bewaard. In Roden hebben veel mensen de betrokkenen die actie dan ook zeer kwalijk genomen. Een andere flater werd begaan toen het datzelfde verzet de verraadster Geesje B. maanden daarvoor oppakte en in de boerderij van Torensma ondervroeg. Men verzuimde haar af te zonderen en te laten bewaken. Er werd zelfs geopperd Geesje te liquideren. Hoewel een ex-KNIL-militair aanbood haar bij het Leekstermeer te laten “verdwijnen”, (een en ander behoeft geen nadere uitleg) durfden de ondervragers dat tenslotte niet aan. Geesje, die bij hoog en laag volhield te “deugen”, werd uiteindelijk vrijgelaten en ging door met haar verraderspraktijken. Had men haar na het verhoor niet vrijgelaten maar gevangen gezet, dan zou de overval bij Torensma nooit hebben plaatsgevonden en zou zij haar verraderspraktijken niet hebben kunnen voortzetten. De blunder van het verzet kostte dus uiteindelijk niet alleen in Roden, maar ook daarbuiten levens.
Binnenkort op deze site:
Het “tabak” verhaal.
Het waargebeurde verhaal, met foto’s (en dus niet “het verhaal gaat”) over de reisclub Roden, waarin het Joodse echtpaar Oudgenoeg een hoofdrol speelt.
Het letterlijke, geschreven verslag van de Oom van uw schrijver, die, na begin maart 1945 in Roden te zijn opgepakt, met twee anderen ontsnapte uit het Duitse Wegeleben, waar hij was tewerkgesteld op een staatsboerderij. Ook dat verhaal zal weer enigszins zuiverheid geven ten aanzien van het tot op heden gepubliceerde.