Column, Vogels in Nederland; de najaarstrek
4.Nov.2023
Column, Vogels in Nederland; de najaarstrek
Dat vogeltrek is twee keer in het jaar, in het voorjaar als vogels terug komen van warme oorden, en in het najaar als ze naar de warme landen in het zuiden toe gaan.
Een bijzondere gebeurtenis als je ziet dat deze vogels zonder problemen ieder jaar weer naar dezelfde plek heen en terug gaan. Toch zijn er uitzonderingen want er is data van een Boerenzwaluw die jaren achter elkaar naar ons land terug kwam en ineens een hele andere richting op ging. Dit kan komen door storm onderweg of andere zaken waardoor hij verward raakt.
De najaarstrek levert vaak mooie soorten op in ons land, vogels die boven uit Scandinavië komen, en hier heen komen als het daar te koud wordt en geen voedsel meer te vinden is. Vogels als Kuifmezen, (vuur) Goudhaan, Kruisbekken, Haakbekken en Pestvogels komen deze kant op. En heel soms een Sperweruil of zelfs een Sneeuwuil. En wat betreft de Pestvogel dacht men heel vroeger dat hij de brenger was van deze ziekte, omdat deze in de winter uit brak als mensen zwak waren, en het moment dat deze vogel verscheen. Zo is hij ook aan zijn naam gekomen. Ook een mooie soort die vaak in de winter hier te vinden is, is een Klapekster. En ook de Sijs is een vaak geziene wintergast. Maar ook Roofvogels als de Steppenkiekedief en Blauwekiekendief zie je hier dan meer. Maar ook langs de kust zie je meer zeevogels dan normaal zoals Alken, Zeekoeten, verschillende soorten Duikers en ook Jan van Genten vliegen langs.
Als het hier kouder wordt trekken onze vogels ook iets zuidelijker, vaak niet verder dan Frankrijk en Spanje. En toch hebben wij in de winter Koolmezen en Roodborstjes in de tuinen. Dat zijn dan vaak weer vogels uit het Noorden van Europa. Je kunt deze vogels de winter door helpen met vetbollen (het liefst in een houder zonder netje) of pinda’s. Vooral mezen zijn er gek op en wat op de grond valt pakken de Vinken en Roodborstjes wel.
Op de foto een Kuifmees en een Pestvogel
Tekst en foto’s© Theo Kompier
Dat vogeltrek is twee keer in het jaar, in het voorjaar als vogels terug komen van warme oorden, en in het najaar als ze naar de warme landen in het zuiden toe gaan.
Een bijzondere gebeurtenis als je ziet dat deze vogels zonder problemen ieder jaar weer naar dezelfde plek heen en terug gaan. Toch zijn er uitzonderingen want er is data van een Boerenzwaluw die jaren achter elkaar naar ons land terug kwam en ineens een hele andere richting op ging. Dit kan komen door storm onderweg of andere zaken waardoor hij verward raakt.
De najaarstrek levert vaak mooie soorten op in ons land, vogels die boven uit Scandinavië komen, en hier heen komen als het daar te koud wordt en geen voedsel meer te vinden is. Vogels als Kuifmezen, (vuur) Goudhaan, Kruisbekken, Haakbekken en Pestvogels komen deze kant op. En heel soms een Sperweruil of zelfs een Sneeuwuil. En wat betreft de Pestvogel dacht men heel vroeger dat hij de brenger was van deze ziekte, omdat deze in de winter uit brak als mensen zwak waren, en het moment dat deze vogel verscheen. Zo is hij ook aan zijn naam gekomen. Ook een mooie soort die vaak in de winter hier te vinden is, is een Klapekster. En ook de Sijs is een vaak geziene wintergast. Maar ook Roofvogels als de Steppenkiekedief en Blauwekiekendief zie je hier dan meer. Maar ook langs de kust zie je meer zeevogels dan normaal zoals Alken, Zeekoeten, verschillende soorten Duikers en ook Jan van Genten vliegen langs.
Als het hier kouder wordt trekken onze vogels ook iets zuidelijker, vaak niet verder dan Frankrijk en Spanje. En toch hebben wij in de winter Koolmezen en Roodborstjes in de tuinen. Dat zijn dan vaak weer vogels uit het Noorden van Europa. Je kunt deze vogels de winter door helpen met vetbollen (het liefst in een houder zonder netje) of pinda’s. Vooral mezen zijn er gek op en wat op de grond valt pakken de Vinken en Roodborstjes wel.
Op de foto een Kuifmees en een Pestvogel
Tekst en foto’s© Theo Kompier