Drenthe: Ruim 6 procent van vrijgekomen sociale huurwoningen toegewezen aan statushouders.
15.Jan.2024



Ruim 6 procent van de vrijgekomen sociale huurwoningen in Drenthe werd in 2021 toegewezen aan statushouders. Dat blijkt uit cijfers die vandaag zijn bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).



Het Drentse percentage komt overeen met de landelijke cijfers. Statushouders zijn asielzoekers die een verblijfsvergunning toegewezen hebben gekregen.



In Drenthe werden relatief de meeste sociale huurwoningen toegewezen aan statushouders in Zuidoost-Drenthe, namelijk 6,7 procent van het totale vrijgekomen socialewoningbestand. In Zuidwest-Drenthe was dat 6,4 procent, in Noord-Drenthe ging het om 5,3 procent van de vrijgekomen huurhuizen.



 






 






In 2021 was de wachttijd voor een sociale huurwoning voor een niet-statushouder gemiddeld vijf jaar en drie maanden. In de gemeente Noordenveld wachtte men daar acht jaar op een sociale huurwoning. Het kortst was de wachttijd in Emmen, daar wachtten ze drie jaar en vijf maanden totdat er een sociale huurwoning beschikbaar was.



 


Woningtekort




Er is in Nederland een groot tekort aan woningen. Dat komt onder meer door de groeiende bevolking, lange bouwprocedures en beperkte bouwgrond. Voor veel mensen is het daardoor lastig een woning te vinden die aansluit bij hun wensen en mogelijkheden.



Een tekort aan sociale huurwoningen is onderdeel van het probleem. Daarom wil de overheid 900.000 nieuwe woningen bouwen om aan groeiende vraag te voldoen. Een deel daarvan zou volgens de overheid sociale verhuur moeten zijn, maar ook koopwoningen en particuliere huurwoningen moeten worden bijgebouwd.



 


Landelijke cijfers




In heel Nederland ging in 2021 6 procent van de 169.000 vrijgekomen woningen van woningbouwcorporaties naar huishoudens met in elk geval één statushouder. De helft van die groep kreeg in 2021 een verblijfsvergunning, de andere helft had al eerder een verblijfsvergunning gekregen.



In de woningen waar een huishouden met in elk geval één statushouder kwam te wonen, ging het in bijna een derde van de gevallen om gezinnen met kinderen (32 procent). In huishoudens zonder statushouder was dat percentage 7 procent. Van die groep bestond bijna twee derde van de huishoudens uit één persoon.



In de regio's Alkmaar, Midden-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen was het aandeel vrijgekomen corporatiewoningen dat werd toegewezen aan huishoudens met statushouders het hoogst. In die regio's lag dat percentage op 8 procent. Dat aandeel was verreweg het laagst in de regio Delfzijl (2 procent). Daarna volgen de regio's Delft (3,7 procent) en Zuidwest-Overijssel(4,3 procent). Drenthe maakt deel uit van de middenmoot met 6,1 procent.



 


Huisvesting statushouders




De afgelopen tijd sloeg het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) regelmatig alarm omdat de asielketen vastloopt. Het lukt onvoldoende om statushouders te huisvesten, waardoor zij vaak noodgedwongen in een asielzoekerscentrum moeten blijven en de doorstroom stokt. In november 2023 meldde het COA dat er op dat moment 16.000 statushouders in de asielopvang verbleven in afwachting van andere woonruimte.



Gemeenten zijn deels verantwoordelijk voor die woonruimte. Elk halfjaar bepaalt de overheid hoeveel woonruimte elke gemeente moet bieden aan statushouders. Vorige maand bleek dat het merendeel van de gemeenten sterk achterliep bij hun taakstelling. Die gemeenten werden de afgelopen tijd benaderd door staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) om op korte termijn alsnog meer statushouders onder te brengen. Bron RTVDrenthe.