Officier van justitie voelt zich 'belazerd' door kroongetuige in zwembadmoord
26.Feb.2024
In het gerechtshof in Leeuwarden gaat vandaag het hoger beroep in de Marumer zwembadmoord van start. In juli 2012 werd voor de poort van het zwembad Jan Elzinga (40) doodgeschoten. De moord zou zijn uitgelokt door zijn toenmalige vriendin, haar moeder en broer. De drie kregen hiervoor in december 2022 door de rechtbank in Groningen twintig jaar cel opgelegd, schrijft RTVDrenthe.
Officier van justitie Pieter van Rest wist pas achteraf dat kroongetuige Willem P. gemanipuleerde berichten had overhandigd. Dat leverde de getuige een definitieve strafvermindering op van 30 procent. "Ik voelde mij achteraf belazerd", zei Van Rest daarover.
P. uit Kampen zat een celstraf van twintig jaar uit voor zijn rol in de moord op Jan Elzinga in juli 2012. Het slachtoffer werd voor de poort van het zwembad in Marum doorgeschoten door een man uit Zwolle. De Zwollenaar deed dat in opdracht van P.
De Kampenaar besloot in 2016 een boekje open te doen over de toenmalige vriendin van het slachtoffer en haar broer en moeder. Die zouden volgens hem de echte opdrachtgevers van de moord zijn geweest. P. overhandigde in ruil voor een strafkorting sms-berichten, die hij met de broer - Marcel H. - zou hebben gevoerd. De sms-berichten ondersteunden zijn nieuwe verklaringen.
Negen jaar na de moord
Op basis van die nieuwe gegevens werden negen jaar na de moord de schoonfamilie en een plaatsgenoot opgepakt. De laatste zou het wapen hebben geleverd. Tijdens het strafproces van de vier verdachten in 2022 in Groningen werd duidelijk dat P. met de sms-berichten had gerommeld.
Hij loog daar in eerste instantie onder ede over. Later gaf hij schoorvoetend toe dat hij met de berichten had gerommeld. Voor meineed kreeg P. in oktober anderhalf jaar cel opgelegd.
Officier van justitie
Officier van justitie Van Rest was van februari 2017 tot eind december 2022 verantwoordelijk voor het Traject Bijzondere Getuigen (TBG). Hij moest erop toezien dat deal met de kroongetuige volgens de wet verliep en dat de getuige in een getuigenbeveiligingsprogramma terecht zou komen, of hij dat wilde of niet.
In opdracht van Van Rest werden twee telefoons van P. onderzocht die hij in zijn cel bewaarde. Uit dat onderzoek bleek volgens Van Rest niet dat er met de berichten was geknoeid. Een van de telefoonnummers kon worden gelinkt aan Marcel H. Het andere nummer niet. "Dat kon aan niemand worden gekoppeld", zei Van Rest. Dat was een prepaidnummer. Uit het historisch onderzoek van die telefoon kwam niets, aldus Van Rest.
Niet meer terugdraaien
Onder toeziend oog van Van Rest werd de overeenkomst in december 2020 getekend door de getuige. Daarna kwamen de malversaties aan het licht. "Maar toen was ik niet meer bij het onderzoek betrokken", zei van Rest. Omdat de strafkorting definitief was, kon dat niet meer worden teruggedraaid, stelde Van Rest.
De officier van justitie is ervan overtuigd dat hij juist heeft gehandeld. "Het scenario zoals de kroongetuige heeft beschreven, is nog steeds het meest voor de hand liggende scenario. Volgens mijn beleving zitten we nog altijd goed."