Column wethouder Jos Darwinkel: ''Aans as aans''
24.Aug.2024
‘Aans as aans’
Elke maand schrijft een raadslid of wethouder van Gemeentebelangen Noordenveld over hetgeen hem of haar bezighoudt. Deze maand is het de beurt aan wethouder Jos Darwinkel die met een leuke zomerblog is gekomen.
In het kiezen van een vakantiebestemming vorig jaar zomer zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: “Nederland is ook prachtig, laten we vanuit huis leuke dingen doen”. Maar na drie weken regen in onze zomervakantie toen, wilden we het daar dit jaar niet weer op wagen. Daarom deze zomer met het gezin tweeënhalve week op familiebezoek en vakantie naar het buitenland.
Via een overnachting in Dresden reden we via Tsjechië, Slowakije naar het door ons via Airbnb gehuurde huisje aan het Balatonmeer in Hongarije. Na aankomst reed ik de volgende morgen naar Boedapest om de vader van mijn vrouw, opa János voor onze zoon Julius, op te halen die daar woont. Hij heeft op het laatste moment toch een week vrij gekregen om tijd met ons door te brengen. Hij werkt daar in een drukkerij en de schoolboeken voor het nieuwe jaar moesten op tijd klaar zijn. Bij drukte worden medewerkers geacht zich te schikken naar het bedrijfsbelang. Werknemers hebben het daar iets minder voor het zeggen.
Tijdens vakantie vraag ik me altijd af wat anders is dan thuis. De vader van mijn vrouw spreekt ook goed Nederlands, dus dan is het gemakkelijker om verdiepend te spreken over het leven en gebruiken daar. In Hongarije was het toerismeseizoen al goed losgebarsten. Elke dag ongeveer 30 graden en dan zoek je vooral verkoeling in het water van het schitterende Balatonmeer. Eigenlijk dubbel want ‘ton’ staat voor meer in het Hongaars. In ieder geval is de valuta anders. Je betaalt nog altijd met de Hongaarse Forint (HUF) en reken je alles nog om in de supermarkt of op het terras. Ook is het interessant om te horen hoe de plaatselijke bevolking heel verschillend naar Viktor Orbán kijkt.
Zaterdagavond gingen we als laatste dag bij het meer ter afsluiting uit eten. Mijn zoontje kreeg ineens een opgezwollen gezicht als allergische reactie van waarschijnlijk noten op de pizza. We vroegen om een dokter, maar er kwam direct een ambulance. De broeders adviseerden om naar het ziekenhuis te gaan voor controle. Mijn zoontje tijdens de rit: “mama, ik hoor iedere keer een ambulance met sirene”, waarop mijn vrouw zegt: “ja jongen, daar zitten wij in.” Hoewel er met de beste bedoelingen in dit streekziekenhuis wordt gewerkt, waardeer je de dure maar goede gezondheidszorg in Nederland weer. Gelukkig viel het achteraf allemaal mee en konden we na een nacht blijven en wachten en nog eens wachten op de papierwinkel, onze reis voortzetten. Alles nog pakken en door naar Kroatië.
We verbleven anderhalve week in Kroatië in Istrië aan de Adriatische kust. Een mooie camping met vooral veel Nederlanders en ook Noordenvelders zagen wij. Op zich ook niet gek, je hebt hier prachtige oude stadjes met kraakhelder blauw zeewater. Zelf ging ik ’s morgens af en toe hardlopend naar het dichtstbijzijnde stadje om daarna samen met mijn zoontje verse broodjes -sinds kort wel met euro’s- te halen. Juist deze kleine dingen zijn misschien wel het mooiste van vakantie.
Er staan grote blauwe borden langs de wegen dat deze zijn opgeknapt met Europees geld. Istrië is erg toeristisch en het groot deel van de mensen leeft hiervan. Daarom is het belangrijk om de infrastructuur voor het toerisme op peil te houden. ’s Morgens vroeg is de gemeentelijke opruimdienst alweer vroeg in de weer om de straten voor de vakantiegangers spic en span te maken. Wat dat betreft is er weer minder verschil met het thuisfront. De toeristenbelasting van 2 euro p.p.p.n. hebben we niet hoeven afdragen. Hoewel ik me ook kan voorstellen dat dit al bij de prijs zat inbegrepen…
Na een heerlijke ontspannen tijd reden we via Slovenië en Oostenrijk naar de deelstaat Beieren in Duitsland voor een overnachting op de terugweg. Misschien wel ons vakantieadres voor volgend jaar met het heuvelachtige landschap vol hopvelden. We sliepen in een karakteristiek vakwerkhotel tegenover de plaatselijke bierbrouwer. Om ’s avonds nog wat te kunnen eten, moesten we het doen met de dorpskroeg. In ons beste Duits ontstond er een spontaan gesprek met wat stamgasten over het leven in dit authentieke dorpje. Opmerkelijk genoeg waren de bewoners hier wat minder gewend aan toeristen, zo leek het.
In de auto luisterden we via Spotify naar verschillende soorten muziek. Als mijn vrouw de koptelefoon op had, zette ik dichter bij de grens af en toe Nederlandstalige nummers op met o.a. het liedje ‘Aans as aans’ van Ede Staal. Ik vind het altijd erg mooi om na een vakantie terug te komen in onze eigen omgeving. Schijnbaar gewone dingen merk je ineens weer op als bijzonder. Lieveren vind ik dan altijd een van onze mooiste dorpjes om binnen te rijden. Niet voor niets zit het toerisme in onze provincie en gemeente qua overnachtingen en werkgelegenheid in de lift. Super om te zien hoe elk dorp zijn eigen activiteiten opzet en tot een succes maakt. Toeristen vallen hier ‘s zomers met de neus in de boter. In het compensatieprogramma voor de aardbevingsproblematiek ‘Nij Begun’ wordt voor Noord-Drenthe daarom ook terecht ingezet op de versterking van de toeristische sector als economische pijler. Ik vertegenwoordig qua het onderwerp economie met toerisme en recreatie de drie Drentse gemeenten in de bestuurlijke overleggen met de Groningse en Haagse collega’s. Het is zaak dat er projecten van de grond komen die voor onze regio echt wat anders teweegbrengen dan anders. Hier maak ik mij hard voor de komende periode. Bij terugkomst schrijf ik deze blog op vrijdagmorgen onder regenachtige omstandigheden. Tussendoor wat uitpakken en opruimen. Deze omstandigheden zijn gezien de afgelopen weken ‘Aans as aans’.
Jos Darwinkel.
Elke maand schrijft een raadslid of wethouder van Gemeentebelangen Noordenveld over hetgeen hem of haar bezighoudt. Deze maand is het de beurt aan wethouder Jos Darwinkel die met een leuke zomerblog is gekomen.
In het kiezen van een vakantiebestemming vorig jaar zomer zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: “Nederland is ook prachtig, laten we vanuit huis leuke dingen doen”. Maar na drie weken regen in onze zomervakantie toen, wilden we het daar dit jaar niet weer op wagen. Daarom deze zomer met het gezin tweeënhalve week op familiebezoek en vakantie naar het buitenland.
Via een overnachting in Dresden reden we via Tsjechië, Slowakije naar het door ons via Airbnb gehuurde huisje aan het Balatonmeer in Hongarije. Na aankomst reed ik de volgende morgen naar Boedapest om de vader van mijn vrouw, opa János voor onze zoon Julius, op te halen die daar woont. Hij heeft op het laatste moment toch een week vrij gekregen om tijd met ons door te brengen. Hij werkt daar in een drukkerij en de schoolboeken voor het nieuwe jaar moesten op tijd klaar zijn. Bij drukte worden medewerkers geacht zich te schikken naar het bedrijfsbelang. Werknemers hebben het daar iets minder voor het zeggen.
Tijdens vakantie vraag ik me altijd af wat anders is dan thuis. De vader van mijn vrouw spreekt ook goed Nederlands, dus dan is het gemakkelijker om verdiepend te spreken over het leven en gebruiken daar. In Hongarije was het toerismeseizoen al goed losgebarsten. Elke dag ongeveer 30 graden en dan zoek je vooral verkoeling in het water van het schitterende Balatonmeer. Eigenlijk dubbel want ‘ton’ staat voor meer in het Hongaars. In ieder geval is de valuta anders. Je betaalt nog altijd met de Hongaarse Forint (HUF) en reken je alles nog om in de supermarkt of op het terras. Ook is het interessant om te horen hoe de plaatselijke bevolking heel verschillend naar Viktor Orbán kijkt.
Ambulance met sirene
Zaterdagavond gingen we als laatste dag bij het meer ter afsluiting uit eten. Mijn zoontje kreeg ineens een opgezwollen gezicht als allergische reactie van waarschijnlijk noten op de pizza. We vroegen om een dokter, maar er kwam direct een ambulance. De broeders adviseerden om naar het ziekenhuis te gaan voor controle. Mijn zoontje tijdens de rit: “mama, ik hoor iedere keer een ambulance met sirene”, waarop mijn vrouw zegt: “ja jongen, daar zitten wij in.” Hoewel er met de beste bedoelingen in dit streekziekenhuis wordt gewerkt, waardeer je de dure maar goede gezondheidszorg in Nederland weer. Gelukkig viel het achteraf allemaal mee en konden we na een nacht blijven en wachten en nog eens wachten op de papierwinkel, onze reis voortzetten. Alles nog pakken en door naar Kroatië.
We verbleven anderhalve week in Kroatië in Istrië aan de Adriatische kust. Een mooie camping met vooral veel Nederlanders en ook Noordenvelders zagen wij. Op zich ook niet gek, je hebt hier prachtige oude stadjes met kraakhelder blauw zeewater. Zelf ging ik ’s morgens af en toe hardlopend naar het dichtstbijzijnde stadje om daarna samen met mijn zoontje verse broodjes -sinds kort wel met euro’s- te halen. Juist deze kleine dingen zijn misschien wel het mooiste van vakantie.
Er staan grote blauwe borden langs de wegen dat deze zijn opgeknapt met Europees geld. Istrië is erg toeristisch en het groot deel van de mensen leeft hiervan. Daarom is het belangrijk om de infrastructuur voor het toerisme op peil te houden. ’s Morgens vroeg is de gemeentelijke opruimdienst alweer vroeg in de weer om de straten voor de vakantiegangers spic en span te maken. Wat dat betreft is er weer minder verschil met het thuisfront. De toeristenbelasting van 2 euro p.p.p.n. hebben we niet hoeven afdragen. Hoewel ik me ook kan voorstellen dat dit al bij de prijs zat inbegrepen…
Na een heerlijke ontspannen tijd reden we via Slovenië en Oostenrijk naar de deelstaat Beieren in Duitsland voor een overnachting op de terugweg. Misschien wel ons vakantieadres voor volgend jaar met het heuvelachtige landschap vol hopvelden. We sliepen in een karakteristiek vakwerkhotel tegenover de plaatselijke bierbrouwer. Om ’s avonds nog wat te kunnen eten, moesten we het doen met de dorpskroeg. In ons beste Duits ontstond er een spontaan gesprek met wat stamgasten over het leven in dit authentieke dorpje. Opmerkelijk genoeg waren de bewoners hier wat minder gewend aan toeristen, zo leek het.
Spotify
In de auto luisterden we via Spotify naar verschillende soorten muziek. Als mijn vrouw de koptelefoon op had, zette ik dichter bij de grens af en toe Nederlandstalige nummers op met o.a. het liedje ‘Aans as aans’ van Ede Staal. Ik vind het altijd erg mooi om na een vakantie terug te komen in onze eigen omgeving. Schijnbaar gewone dingen merk je ineens weer op als bijzonder. Lieveren vind ik dan altijd een van onze mooiste dorpjes om binnen te rijden. Niet voor niets zit het toerisme in onze provincie en gemeente qua overnachtingen en werkgelegenheid in de lift. Super om te zien hoe elk dorp zijn eigen activiteiten opzet en tot een succes maakt. Toeristen vallen hier ‘s zomers met de neus in de boter. In het compensatieprogramma voor de aardbevingsproblematiek ‘Nij Begun’ wordt voor Noord-Drenthe daarom ook terecht ingezet op de versterking van de toeristische sector als economische pijler. Ik vertegenwoordig qua het onderwerp economie met toerisme en recreatie de drie Drentse gemeenten in de bestuurlijke overleggen met de Groningse en Haagse collega’s. Het is zaak dat er projecten van de grond komen die voor onze regio echt wat anders teweegbrengen dan anders. Hier maak ik mij hard voor de komende periode. Bij terugkomst schrijf ik deze blog op vrijdagmorgen onder regenachtige omstandigheden. Tussendoor wat uitpakken en opruimen. Deze omstandigheden zijn gezien de afgelopen weken ‘Aans as aans’.
Jos Darwinkel.