Deel 1 van 8.
vrijdag 23 augustus 2019.
Roden.
De moord op Grietje Johanna Hellinga
De zaak
Op 30 januari 1891, de laatste vrijdag van die maand, verzamelde zich een grote menigte voor het Paleis van Justitie in Assen. Met de grootste moeite werd door tal van marechaussees en rijksveldwachters de orde gehandhaafd.
De menigte drong op toen de door de marechaussee bewaakte hoofddeur openging. Twee aan twee werden de belangstellenden naar binnen geloodst en in een mum van tijd was de zaal, waarin de zittingen van de Kamer voor Strafzaken werden gehouden, volgelopen. Vele nieuwsgierigen werden teleurgesteld. Er was geen ruimte meer voor hen. De zaal was onrustig en het geroezemoes drong tot buiten door. Bij aanvang van de zitting kostte het enige moeite de aanwezigen tot stilte te manen.
Er diende deze vrijdag een zeer bijzondere rechtszaak, een moordzaak die de gemoederen nog lang zou bezighouden. In de beklaagdenbank zat een vrij deftig geklede vrouw uit Roden die ervan werd beschuldigd haar dochter om het leven te hebben gebracht door het toedienen van arsenicum, een zwaar vergif dat veelal werd gebruikt om ratten te verdelgen.
Het beoogde doel van de vrouw die terecht stond, de 59-jaige Grietje Wobbes Hellinga-Gaaikema, de weduwe van Klaas Hellinga, was om de erfenis van haar bijna 20-jarige dochter Grietje Johanna Hellinga, die doorgaans Margo werd genoemd, in handen te krijgen. Zes dagen voor haar twintigste verjaardag stierf de op 20 oktober 1870 in Visvliet ter wereld gekomen Grietje Johanna, na een vreselijke lijdensweg, op 14 oktober 1890 in Roden.
Grietje Wobbes-Gaaikema
De van moord verdachte Grietje Wobbes Gaaikema, een dochter van Popke Luurts Gaaikema en Grietje Eelkes Dijkstra, zag het levenslicht op zondag 11 september 1831 op het onder de gemeente Grijpskerk vallende De Waard. Het boerenechtpaar Gaaikema kreeg zes kinderen.
Grovestins.
“Grovestins”, een grote boerderij, die ooit toebehoorde aan de Friese adellijke familie Grovestins, staande in het bij Kommerzijl gelegen Ruigewaard, werd in 1830 gekocht door Lodewijk Gaspard Adriaan Graaf Van Limburg Styrum. In 1831 werd de boerderij opgedeeld in een zuidelijke en noordelijke helft. Op de noordelijke helft werd een nieuwe boerderij gebouwd.
Voor 1300 gulden per jaar huurde Grietjes vader Popke Gaaikema van de Graaf Van Limburg Styrum in 1836 de op de Noorderwaarddijk gelegen helft van de opgedeelde boerderij “Grovestins”, in het bij Kommerzijl gelegen Ruigewaard, ook wel de Nieuwe Ruigewaard genoemd. In 1852, toen het gezin Gaaikema er 16 jaar had gewoond, verkocht de Graaf Van Limburg Styrum de boerderij voor 21.925 gulden aan Tjadduwe Geerts Starke, de weduwe van Harm Everts Evers uit Blijham. Pieter Ennes Kruisinga werd de nieuwe huurder.
Popke Gaaikema en zijn gezin dienden toen de boerderij te verlaten. Popke kocht in dat jaar 1852 voor 20.000 gulden de 37 bunder, 79 roeden en 4 ellen grote boerderij Wywert Aykemaheerd aan de Waardweg in Grijpskerk, van de erfgenamen van Rindert Kornelis de Vries
Grietje Wobbes Gaaikema bracht dus het grootste deel van haar jeugd door op de boerderij op de Noorderwaarddijk, in het bij Kommerzijl gelegen Ruigewaard. De mogelijkheid bestaat dat zij op de boerderij bleef tot het gezin in 1852 moest verhuizen in verband met de verkoop van de boerderij. In dat jaar ging het gezin immers naar Grijpskerk, naar de Wywert Aykemaheerd.
Klaas Hellinga.
Klaas Hellinga, een rijke boer in Visvliet en aldaar tevens president-kerkvoogd, kwam uit een invloedrijke, welgestelde familie. Zijn Vader was burgemeester van Grijpskerk geweest. In 1841, bij de boedelscheiding van zijn moeder Dieuwerke Jacobs Bolt, werd Klaas Hellinga eigenaar van de 18.75.18 hectare grote boerderij aan de Heirweg in Visvliet.
In datzelfde jaar, op 10 november1841, trouwde Klaas in Zuidhorn met Grietje Kornelis Feringa. Het echtpaar ging niet wonen in de door Klaas geërfde boerderij. Hij woonde al op de boerderij “Vierhuizen” in Visvliet en de jonggehuwden vestigden zich aldaar. “Vierhuizen” was bij de boedelscheiding toegewezen aan Klaas’ zuster Tettje Hellinga, die het 36.36 hectare grote “Vierhuizen” in 1847 voor 17.000 gulden aan haar broer verkocht. Op 5 december 1853, na 12 jaar huwelijk, overleed Grietje Feringa, haar man Klaas Hellinga met drie kinderen achterlatend.
In december 1853 was Grietje Wobbes Gaaike 22 jaar oud. De vraag is waar zij op dat moment verbleef. Was zij nog thuis op de boerderij Aykema of was zij bij iemand in loondienst? Na het verlaten van de school gingen jonge meisjes doorgaans in betrekking. Boerendochters kwamen vaak in dienst bij een wat groter boer. Hun plek was normaliter het voorhuis, waar ze hielpen in de huishouding. Zij deden de was, kookten, boenden en poetsten en verzorgden de jonge kinderen. Veel oudere boeren, zo laat de geschiedenis zien trouwden wanneer zij weduwnaar werden, al dan niet gedwongen, met “de meid”.
Gezien de ontwikkelingen na het overlijden van Klaas Hellinga’s vrouw is het waarschijnlijk dat Grietje Gaaikema al in dienst was bij de boer. Stonden bij Hellinga verschillende mensen ingeschreven als werknemer, over Grietje Gaaikema is het bevolkingsregister niet duidelijk. Wanneer Grietje Gaaikema al een tijdlang in dienst was bij de Hellinga’s kende de boer, toen zijn vrouw overleed, Grietje natuurlijk al goed. Zij zou dan ook vertrouwd moeten zijn geweest met de kinderen Hellinga die zij, als hulp in de huishouding, mede zal hebben verzorgd.
In het andere geval, wanneer Klaas Hellinga Grietje Gaaikema pas leerde kennen na het overlijden van zijn vrouw, is het de vraag of de vermogende Hellinga in Grietje Gaaikema een goede huwelijkskandidate zou hebben gezien. Immers, voor veel vrouwen was de rijke Hellinga een ideale partij. En, trouwde geld niet dikwijls met geld? Daarenboven was er nog het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen Klaas en Grietje.
Wellicht kan de voorzichtige conclusie worden getrokken dat Grietje Gaaikema al op de boerderij van Klaas Hellinga woonde en werkte en de boer tot de slotsom kwam dat, na het overlijden van zijn vrouw, Grietje een goede huwelijkskandidate was.
Hoe dan ook, in Grijpskerk werd op 18 juli 1855 het huwelijk tussen Klaas Hellinga en Grietje Wobbes Gaaikema gesloten. Klaas was 36, Grietje 23 jaar oud. Het echtpaar ging wonen in een nieuwgebouwde boerderij aan de Heirweg 12 in Visvliet.
Uit de Leeuwarder courant van 16 november 1841.
Getrouwd:
Noordhorn; K. J. Hellinga van Visvliet en Grietje K. Feringa van Noordhorn.
Den 10 November 1841.
NB. familie en bekenden gelieven dit voor kennisgeving aan te nemen.
(Tj. K: Noordhorn is fout. Moet zijn Zuidhorn).
Uit de Groninger Courant van 6 december 1853.
Heden morgen te drie uur overleed, na een lijden van een half jaar, mijne dierbare echtgenoot
Grietje Feringa,
in den leeftijd van zevenendertig jaren, waarvan ik twaalf jaren met haar door het huwelijk vereenigd mogt zijn, mij nalatende drie kinderen.
Visvliet, 5 december 1853
K. Hellinga.
In 1869 verkocht Klaas Hellinga voor zichzelf, voor zijn oudste dochter (tijdens Klaas’ tweede huwelijk overleden twee kinderen uit zijn eerste huwelijk) en voor de minderjarige kinderen uit zijn huwelijk met Grietje Wobbes Gaaikema, de beklemming van een boerderij met 36.30.28 hectare land en een arbeiderswoning. De verkoop bracht 50.000 gulden op. Het gezin Hellinga bleef wonen in de jaren daarvoor gebouwde boerderij.
Het leven van het echtpaar ging niet over rozen. Van de drie kinderen uit het eerste huwelijk van Klaas en Grietje Feringa overleden er twee tijdens Klaas Hellinga’s tweede huwelijk. Een meisje, Teetske, (Taetske) bleef over. Door haar huwelijk met Klaas Hellinga werd Grietje Wobbes Gaaikema Teetskes stiefmoeder. Uit het huwelijk van Klaas Hellinga en Grietje Gaaikema werden nog zeven kinderen geboren, van wie er vier, tot Grietje weduwe werd, overleden. Popke, geboren op 19 februari 1862, Diewerke, geboren op 11 september 1864 en Grietje Johanna, geboren op 20 oktober 1870, bleven over.
Uit de Groninger Courant van 15 oktober 1856.
Heden beviel van een zoon G. W. Gaaikema, geliefde echtgenoot van K. Hellinga.
Vierhuizen, bij Visvliet, 10 oktober 1856.
Uit de Groninger courant van 2 januari 1857.
Heden overleed, na eene kortstondige ziekte, ons geliefd zoontje POPKE, oud elf weken en drie dagen.
Vierhuizen, bij Visvliet, 29 december 1856.
K. Hellinga.
G. W. Gaaikema.
Klaas Hellinga overleed op 54-jarige leftijd in Visvliet, op 25 april 1874. Zijn vrouw Grietje Gaaikema bleef achter met hun drie kinderen. Grietjes stiefdochter Teetske, de dochter van Klaas Hellinga en Grietje Feringa, woonde al niet meer thuis. Zij trouwde op 2 april 1867 in Grijpskerk met de van de Oosterwaard in Kommerzijl komende Johannes Teenstra en overleed op 30 november 1913 in Grijpskerk. Haar echtgenoot Johannes overleed al jaren daarvoor, 40 jaar oud, op 6 oktober 1875.
Uit de Leeuwarder Courant van 28 april 1874.
Heden overleed, na slechts eenige dagen van ongesteldheid, mijn dierbare echtgenoot
Klaas Hellinga
in den ouderdom bijna 55 jaren, waarvan ik ruim 18 ½ jaar met hem verenigd ben geweest, mij nalatende 4 kinderen, waarbij één uit zijn vorig huwelijk. Visvliet, 25 april 1874.
G. Hellinga-Gaaikema.
Op verlangen van den overledene zullen alleen door mij uiterlijke teekenen van rouw worden aangenomen.
Uit de Leeuwarder Courant van 12 mei 1874.
Voor de vele bewijzen van belangstelling, mij bij het overlijden van mijnen
Echtgenoot bewezen, betuig ik mijnen hartelijken dank.
Visvliet, 10 Mei 1874.
G. Gaaikema,
Wed. K. Hellinga.
Uit handen van de weduwe Grietje Hellinga-Gaaikema ontvingen S. Wiersma en J. Hellinga Meles, de dijk-en buurrechters van het Kerspel Visvliet de administratie die vanaf 19 september 1854, toen Zijne Majesteit hem op die datum tot dijk- en buurrechter van Visvliet en Pieterzijl benoemde, onder het beheer van Klaas Hellinga was geweest.
Het leven van Grietje Wobbes-Gaaikema en Klaas Hellinga ging, zoals reeds geschreven, niet over rozen. Van hun zeven kinderen verloren zij, tot het overlijden van Klaas, drie op zeer jonge leeftijd. Een van de vier kinderen werd in mei 1873 levenloos geboren. Het leven op de boerderij kende dus weinig vreugde. Samen met de twee gestorven kinderen uit het eerste huwelijk van Klaas moest het echtpaar in totaal zes kinderen ten grave dragen.