De moord op Grietje Johanna Hellinga - Deel 2
30 Augustus 2019

Deel 2 van 8.

Vrijdag 30 augustus 2019.

Door: Tjerk Karsijns.

Roden.

De moord op Grietje Johanna Hellinga



Van hot naar her

Na het overlijden van Klaas Hellinga ging het met het boerenbedrijf bergaf­waarts. De reden daarvan is niet meer te achterhalen. Mis­schien groeide het be­drijf de weduwe boven het hoofd. Een andere mogelijkheid is dat zij de boer­derij beu was en, nu haar man was gestorven, perspectief zag in een nieuw le­ven. Een boerderij bestieren be­tekende immers hard werken. Daar­bij kwam het verlies van de kinderen. Wat had dat gedaan met haar inner­lijk? De mogelijk­heid bestaat dus dat de weduwe een geheel nieuw leven wilde be­ginnen.

Niet lang na het overlijden van Klaas Hellinga werden trouwens door zijn vrouw nog wel zaken gedaan. In 1875 verkocht Teetske, de doch­ter uit het huwelijk van Klaas Hellinge en Grietje Fe­rin­ga aan haar stief­moe­der 1/5 deel van het recht van beklemming van de boer­derij. In diezelfde tijd ver­kocht Teetske haar ook nog een 5/6 aan­deel in de eigendom van de boerderij en 5/6 aandeel in een bank in de kerk.

In 1879, (zie op een van de volgende pagina’s de Leeuwarder Courant van 31 januari 1879), werden de boerderij en percelen land verkocht. Hendrik Jans Sic­cama en Antje Jeltes Wiersma werden de kopers van de boer­derij en een ge­deel­te van het groenland. Zij betaalden 11.250 gulden. De bank in de kerk kostte 350 gulden. Een an­der per­ceel groenland werd verkocht aan Menno Meijer.

Bij opbod werd uiteindelijk vanaf 1878 het com­plete bezit in Visvliet ver­kocht. Het bracht een vermogen op. Grietje en haar drie kinderen hadden de boer­de­rij trouwens al in juni 1877 verlaten. Wat volgde was een jarenlange zwerftocht door het land.

 

 

 

 

 

 

 

Uit de Leeuwarder Courant van 29 oktober 1878.

Verhuring: Op nader te bepalen dag denkt Mej. Hellinga, gelijktijdig met den ver­­­­­koop van een burgerhuis met weilanden nog te verhuren: Twee flinke Ar­bei­derswoningen met groote tui­nen, gelegen bij Visvliet. Te bevragen bij Mej. Hel­linga, letter U no. 161, Grachtswal te Leeuw­arden en bij den Heer J. L. Gaai­ke­ma te Visvliet.

 

 

Uit de Leeuwarder Courant van 6 december 1878.

Notaris Koning te Zuidhorn zal op Woensdag den 11 December e. k., 's avonds 7 uur, ten huize van T. Feringa te Visvliet, voor Mej. de Wed. K. Hellinga en kin­­­­deren, publiek verkoo­pen:

I: Eene ruime Behuizing met erf en tuin, groot 10 A. en 10 C. staande en gele­gen te Vis­vliet. Doende jaarlijks tot huur f.4,54.

2: Het Regt der vaste, altoosd, in alle liniën ver­er­ven­de beklemming van 1 H. 5 A uitmuntend groenland, gelegen te Visvliet, doende op Midw. tot huur f. 20,-

3: Gelijke beklemming van 1 H 64 A. 60 C uitmuntend groenland aldaar, doen­­de op Midw. tot huur f. 20,-

4: Gelijke beklemming van 75 A. 38 C. dito land aldaar, doende op Midw. tot huur f 10,-

5: Gelijke beklemming van 72 A. 92 C dito land al­daar, doen­de tot huur f 10,-. Tevens zullen dan worden verhuurd: 2 arbeiderswoningen met tui­nen.

 

 

Uit de Leeuwarder Courant van 31 januari 1879.

Notaris Koning te Zuidhorn zal op Zaturdag den 8-en Februarij e. k., 's avonds 6 uur, ten huize van T. Feringa te Visvliet, voor Mej. de Wed. en Erven van den Heer K. Hellinga, verkoopen:

1: Ee­ne in 1870 nieuw gebouwde Heerenbehuizing, bevattende 4 geplafon­neer­de Kamers, bree­de wit marmeren gang, keuken, wasch­­kamer, groote linnen­zol­der, ruime kelder, put, re­gen­­­­waterbak en zeer vele gerijfelijkheden, benevens stal­ling voor 6 koeijen en 4 paarden, flinke schuur tot berging van rijtuigen, hooi en stroo; vervolgens groote tuin met zeer fijne vrucht­boomen en heesters, zamen groot 25 A. 40 C.

2: 1 H. 54 A. 60 C best kleiland, zijnde eigen.

3: 1 H. 25 A best kleiland, zijnde ei­gen.

Een en ander staande en gelegen aan den Rijksstraatweg te Visvliet, ge­meen­te Grijpskerk .

 



Uit de Leeuwarder Courant van 14 maart 1879.

Notaris Koning te Zuidhorn zal op Zaterdag 5 April e. k., 's avonds 7 uur, ten hui­ze van T. Feringa te Visvliet, voor Mej. de Wed. K. Hellinga, verhuren: on­geveer 10 hectare (27 pon­dematen) oud Groenland, gelegen onder Visvliet. In perceelen, om te hooijen en te weiden.



Samen met Popke, Diewerke en Grietje Johanna, haar drie kinderen, verhuisde de weduwe Hellinga in juni 1877 van de boerderij in Visvliet naar de Grachts­wal U 161, in Leeuwarden. Van daaruit vertrok het gezin op 5 mei 1879 naar Baarn. Op 22 april 1881 verhuisde het gezin naar Warmond, op het a­dres D 149. Op 23 novem­ber van dat jaar over­leed in die plaats Die­wer­ke (Dien­­­tje), de doch­ter van Klaas en Griet­je, op ze­ven­­tien­jarige leeftijd.

Omtrent de omstandigheden rond haar sterven is niets bekend maar, gezien het la­tere lot van haar zus Griet­­­je Johanna, dringt zich de vraag op of het overlijden van het meis­je zuivere kof­fie is ge­weest. Diewerke was immers ook erfgename van haar va­der Klaas Hellin­ga, maar de finan­ciële situatie van moeder Grietje was natuur­lijk gunstiger in die da­gen.

 

Uit de Leeuwarder Courant van 26 nov 1881.

 

Heden avond 8 uur overleed, na eene kortstondige ongesteldheid, zacht en kalm, mijne innig geliefde dochter

Diewerke

 

In den jeugdigen leeftijd van 17 ja­ren, diep betreurd door mij, haar broeder en zusje.

Warmond, 23 Nov. 1881.

Wed. K. Hellinga, geb. Gaaikema.

Eenige kennisgeving aan familie, vrien­den en bekenden.



Uit de Leeuwarder Courant van 10 februari 1882.

Notaris KONING te Zuidhorn zal op Donderdag 16 Februari 1882, 's avonds 6 uur, ten huize van T. Feringa te Visvliet, voor Mej. de Wed. en Erven K. Hellin­ga, ver­koopen: 15 H. 24 A. 91C. best Groen- en Bouwland, gelegen nabij Vis­vliet, in 25 perceelen.

In 't breede omschreven in het 2-de bijvoegsel der Prov. Gron. Cou­rant, d.d. 6 fe­bruari jl. en in aanplakbiljetten in ver­schillende herbergen.

De in de Leeuwarder Courant geadverteerde landerijen werden in 1882 verkocht door de weduwe, haar min­der­jarige kinderen en haar stiefdochter Teetske Hel­lin­­­ga. Kopers waren onder an­dere Hendrik Jans Siccama, Menno Meijer en Eye Luitjes Wiersma.

Samen met haar twee overgebleven kin­deren vertrok de weduwe op 5 mei 1883 vanuit War­­­­mond naar Amster­dam. Aldaar stond het gezin in­ge­schreven op de vol­gende adres­sen: Vanaf 7 mei 1883 op de Lau­rier­sgracht 86-g en op nummer 100. Van­­af april 1884 in de Eerste Nassau­straat 20.

Vanaf 7 augustus 1885 in de Mar­­nix­straat 387, zonder Popke, die in december 1884 naar de Reguliers­bree­straat 26 ging. In ok­to­ber 1885 in de Vij­zel­straat 42, waar Popke zich in febru­ari 1886 weer bij zijn moe­der en zus voegde.

Pop­ke woon­­­­de van december 1884 tot februari 1886 in de Re­gu­liers­breestraat 26, waar Wil­helmus Johan­nes En­gels een winkel dreef in galanterieën en bijou­te­rieën. Engels verkocht onder andere klokken, fijne lederwerken, portretal­bums, wek­­­­­kers, pendules, werktassen, handkoffers, toilet-artikelen en vele ande­re za­ken. Engels had ook een winkel in de Kalverstraat 127 en De Lange Niezel 25.

De reden waarom Popke naar de Reguliersbreestraat ging is wellicht eenvoudig­weg te verklaren. Zijn moeder was namelijk op vrijersvoeten en ging op 27 no­vem­ber 1884, 53 jaar oud, in onder­trouw met de 46-jarige vrijgezel Wilhelmus Johannes En­gels, de man die de winkel in de Regu­liers­bree­straat runde. Bij En­gels kwam Popke in dienst als winkelbediende. Om­­­­trent de werk­zaamheden die hij in de winkel verrichtte is niets bekend. Mis­schien hielp hij klanten, of was hij magazijnbediende. Even­eens bestaat de moge­lijk­heid dat Popke in een van de an­dere winkels van Engels werkte.

Eveneens in de Reguliersbreestraat 26 stond ingeschreven de goudsmit Joannes Hendricus Massop. Hij maakte prachtige sieraden, die onder andere in de win­kel van En­gels werden verkocht. Jaren later verdwenen enkele winkels uit de straat. In de Reguliersbreestraat werd op de plekken van de huis­num­mers 26 tot 34 in 1919 het Tus­chinski Theater ge­bouwd.

Na hun ondertrouw traden Grietje Gaaikema en Wilhelmus Engels echter niet in het huwelijk. Wat was de reden dat het werd afgelast? Had een en ander mis­schien te ma­ken met het feit dat Popke zijn geërfde geld kwijtraakte in een on­der­neming? En wel­ke on­­derneming was dat? Had Popke misschien geld geleend aan Engels en liep dat ver­keerd af? We weten het niet. De reden van het afge­las­ten van het hu­we­lijk zal wel altijd in nevelen gehuld blij­­ven.

Opvallend was wel dat de regelmatig geplaatste advertenties van Engels na 1885 niet meer voorkwamen in de krant. Na 1886 ves­tigden zich andere winkels op num­­­­mer 26 van de Regu­liers­­­breestraat, nadat ook goudsmid Massop op 22 mei 1886 naar Abcoude Baambrugge was ver­trokken.

Al in april 1885, enkele maanden nadat hij in ondertrouw was gegaan met Griet­je Gaaikema, trouwde Engels met de weduwe Anna Jacoba Louw-Post en ves­tig­de zich met haar in de Sweelinckstraat 24 in Amsterdam. Het huwelijk hield echter geen stand. Al in maart 1888 werd de scheiding tussen de echtelieden uit­ge­­spro­ken. Engels vertrok in 1890 naar Arnhem. In 1913 woonde hij in Doetin­chem, maar overleed, nog steeds ongetrouwd, op 26 de­cember 1913 in Nieuw­veen.

Samen met haar kinderen verliet de weduwe Amsterdam in mei 1886. Aldaar stond zij trouwens inge­schre­ven als Grietje Wobbes Gaaij­­­­­ke­ma, ge­schre­ven met een “ij”. Het gezin werd op 28 mei 1886 in Wes­­­­­tervelde (Norg) inge­schre­­ven op het adres W188. Kennelijk ver­huisden zij nog eens in die plaats, want het ge­zin, nu be­staande uit twee perso­nen, stond ook in­ge­schre­ven op het adres W30. Pop­ke was op 27 september 1889 van­uit Norg naar Gro­­­nin­gen vertrok­ken.

Op 24 februari 1890 werden Grietje Hel­lin­ga-Gaaikema en dochter Griet­je Jo­han­na in­ge­schreven in Ro­den, op het adres Roden 195, het pand waar brie­ven­gaarder Wil­lem Ana­­­nias woon­­­­­de en zijn postkantoor run­de, te­­genover de huidige Pompstee. 

 

Moeder en dochter be­trok­ken twee ka­­­­mers. Pop­­ke kwam terug uit Gro­ningen en voegde zich weer bij zijn moe­der en zus.

Vervolg volgende week vrijdag, 6 september 2019, deel 3.