Op zaterdag 15 maart presenteerde Marianne Kootstra haar boek "Dwarsliggers in Appelscha", waarin ze via vijf generaties en veertig familieverhalen een eeuw aan geschiedenis van het veenkoloniale dorp Appelscha (Friesland) vastlegt. Het werk biedt een intieme blik op haar eigen familiegeschiedenis, gekoppeld aan bredere maatschappelijke thema’s zoals verzet, emancipatie en de strijd voor sociale rechtvaardigheid.
De term verwijst naar mensen die tegen de stroom in zwemmen—eigenzinnige figuren die opkwamen voor arbeidersrechten, verzet pleegden tegen uitbuiting, of anderszins de status quo uitdaagden. Dit zijn vaak vergeten lokale helden uit de arbeidersgemeenschap. Appelscha lag in de 19e en vroege 20e eeuw in een regio waar armoede en hard labeur in de veenafgravingen dominant waren. Dit vormde de voedingsbodem voor sociale onrust en collectieve actie, wat in het boek wordt belicht. Kootstra verbindt haar eigen familieverhalen met deze bredere historische dynamiek, waardoor het boek zowel een documentaire als een persoonlijke zoektocht wordt.
De veenkoloniën in Nederland (met name in Friesland, Drenthe en Groningen) waren gebieden waar turf werd gewonnen voor energie. Het werk was zwaar, de leefomstandigheden vaak erbarmelijk, en arbeiders werden frequente doelwitten van uitbuiting. Dit leidde tot protesten, stakingen en de opkomst van vakbonden—thema’s die ongetwijfeld in Kootstra’s verhalen terugkomen.
Het boek werpt licht op een vaak onderbelicht deel van de Nederlandse geschiedenis, gezien door de ogen van gewone mensen. Het benadrukt hoe individuen en families invloed hadden op sociale verandering, wat inspirerend kan zijn voor wie geïnteresseerd is in lokale geschiedenis, arbeidersbewegingen of familie-erfgoed.
