Er wordt op gewezen dat de zaak juridisch gezien ingewikkeld ligt. ‘Of het in deze zaak redelijk is de dood van de 52-jarige man aan het handelen van de verdachte toe te rekenen, is daarom een vraag waarvan het OM vindt dat die aan de rechter moet worden voorgelegd. De jurisprudentie is namelijk niet eenduidig en daarom is het van belang dat de rechter in deze zaak een uitspraak doet,’ zo wordt het besluit om de jongen te vervolgen gemotiveerd.