'Het was de grote hobby van mijn vader,' zegt Christa Niemeijer-Zwier. 'Hij maakte lange dagen op de markt, en zijn vrije tijd stak hij in zijn paarden en koetsen. En dat allemaal in de tijd dat er nog geen internet was. Hij las dan een advertentie in een krant en stapte in de auto om ergens een oude koets te bekijken. Ook het restaureren was een enorm werk. Je moest iemand zoeken voor de wielen, iemand voor de kap, enzovoort. Maar hij had het er graag voor over. Kwaliteit was voor hem heel belangrijk. De vis die hij verkocht moest van de beste kwaliteit zijn en alle koetsen moesten er ook picobello uit zien.'