Gerrit Ansing uit Roden pakt met teamgenoten goud op WK Feedervissen
28 okt. 2021
“Ja, dit bewijst wel wat we als team in onze mars hebben”, meldt een opgetogen Ramon Ansing telefonisch vanaf het vliegveld van het Bulgaarse Plovdiv – de op één na grootste stad van het land waar het kampioenschap plaatsvond.
Ansing en zijn teamgenoten Jan Willem Plekkenpol, Martijn Kroes, Edwin Timmer, Ben van Ek, Gerrit Ansing , Ramon Pasmans en Kevin Bolhuis vormen pas zo’n drie jaar een team en visten nog niet eerder een WK. “Eerlijk is eerlijk: Nederland behoort tot de wereldtop in het feedervissen dus we gaven onszelf wel kansen. Maar dan nog moet de visserij je wel liggen en is het zaak dat je tijdens het trainen de juiste conclusies trekt. Dat is ons gelukt.”
Gevoelig vissen
Ansing legt uit hoe zijn team al tijdens de trainingen voorafgaand aan het weekend zeer gevoelig visten, met hele kleine haakjes (maat 18 á 20) en relatief dunne, korte onderlijnen. “Bovendien gebruikten we geen voorslag, alleen een gevlochten hoofdlijn van 08/00 – alles ten behoeve van een snelle beetregistratie”, licht hij toe.“Op de haak gingen lokale, kleine piertjes en door het voer geknipte wormen. Die laatste brachten we meer of minder al naar gelang het aasgedrag van de carassio’s, een soort giebels die 90% van de vangst uitmaakten. Omdat wij in het algemeen wel iets ruimer voerden dan andere landen, lokten we meer vis naar de stek en vielen onze vangsten in mindere bijtperiodes niet al teveel terug.”

Ramon Ansing met een van de vele carassio's, die 90% van de vangst uitmaakten.
Korf iets verslepen
Aan het ruim 2 kilometer lange roeikanaal van Plovdiv – waar ook elk jaar de nationale Bulgaarse feedercompetities plaatsvinden – troffen de deelnemers een uitermate uniform en eerlijk parcours: het kaarsrechte water is overal 120 meter breed bij een diepte grofweg 2,5 meter diep met een vrijwel vlakke bodem.Tijdens het peilen voorafgaand aan de wedstrijden zochten Ansing en zijn teamgenoten steevast naar de iets hardere stukken bodem, om daar vervolgens hun voerstek te maken. “Tijdens mindere bijtperiodes konden we daar eenvoudig de korf iets verslepen om een aanbeet uit te lokken”, legt Ansing uit. “Ook dat trucje werkte goed, ontdekten we.”