Uit de Geschiedenis van Roden: De eerste nortonput in ons dorp.
Uit: Van Brandemmer tot Motorspuit, van Wim Fonk en Tjerk Karsijns.
Â
Roden kende ooit een nijpend tekort aan bluswater. De twee brandkuilen, ter hoogte van de huidige Albert Heijn en de ingang naar het Zuidenveld, leverden onvoldoende water of stonden droog. In de zomer van 1901 vroeg het gemeentebestuur architect Hillebrands de mogelijkheid te onderzoeken of er via buiÂzen water vanaf de haÂvenÂ/ÂRodervaart (nu kamÂpeerhal) naar de kom van het dorp kon worÂden geÂvoerd.
Â
TusÂsen de waÂterstand in de haven en de grondÂÂÂÂÂÂslag voor het huis van NoÂÂtaris EbÂbinÂge WubÂben (nu SpeelÂgoedÂmuseÂum) bleek echÂÂter een enorm hoogÂteÂverÂschil te beÂstaan. Om water vanÂaf de haÂven naar het dorp te laten stromen moesÂten de buiÂzen op ongeveer 7,50 meÂter diepÂÂÂte worden geÂlegd. In die tijd een onmogelijke opgave.
Â
HilÂÂleÂbrands voerÂde ook meÂtinÂgen uit naar andere punÂÂÂten: Ter hoogÂÂÂÂÂÂÂÂÂte van de beÂhuiÂzing van GeerÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂsing (parkeerplaats tegenover de huidige PompÂstee), groenÂtetuin van AlÂÂberts, teÂgenÂoÂver de beÂÂÂÂhuiÂzing van O. Winter (terÂÂ hoogÂte HeeÂÂreÂstraat/NieuÂweÂweg), de SchoolÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂbrink (bij de ouÂde school) en bij de boerderij van T. Holthuis, JuÂÂÂliaÂnaÂÂplein (nu AlÂbert HeÂijn). AlÂleen al tusÂsen de punÂÂten Geersing en NoÂtaris was het hoogÂÂÂteÂverÂschil 50 cenÂtiÂmeÂter.
Â
Toen bleek dat het plan haÂven/dorp niet haalbaar was, onderzocht Hillebrands of vanÂaf de Oude Vaart (bij de sportÂÂÂÂÂÂvelÂden van V.V. RoÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂÂden) een buisleiding naar de Brink kon worden gelegd. Hier bleek een diepÂte van een meter volÂdoenÂde om waÂÂÂÂter zonder te pompen naar het cenÂtrum van het dorp te laÂten vloeien. Maar, een voorwaarde was een bepaald waterÂpeil in de vaart.
Â
De architect maakÂÂÂÂÂÂÂÂte ook nog beÂrekeningen omÂÂÂÂtrent de kubieke meÂters grond die zouÂden moeÂÂÂÂÂÂÂten worÂÂden verÂÂÂÂÂÂgraÂven. Hij kwam op een totaal van 1942,20 waarvoor Æ’.0,10 Âper kuub werd beÂgroot. AfÂÂÂÂÂÂÂÂhanÂÂÂÂkeÂÂlijk van de doorÂsnede van de ijÂÂÂÂÂzeraard ÂbuiÂzen, 15 of 25 cm., kwam de toÂÂÂÂÂtale kostÂÂÂprijs op Æ’.1500,- tot Æ’.2500,-.
Â
Er moest dus naar alÂÂterÂnaÂÂtieÂÂven worden gezocht. Nu was in die dagen de nortonput in opkomst. Burgemeester Van Wageningen wist dat Borger al zo’n put had laten slaan en er zelfs de brandspuit op aansloot.
Â
Samen met enkele wethouders reisde hij af naar Borger om de put, geÂleÂverd door de firma HaitÂjema te DeÂÂdemsÂvaart, te beÂÂkijÂken. Men kreeg een deÂmonÂÂÂÂÂstraÂÂtie, waarÂbij het werÂken met de handbrandÂspuit uitÂÂÂÂÂvoerig aan de orÂÂde kwam.
Â
B en W kwaÂmen uitÂeinÂdelijk tot de conÂÂclusie dat een nortonput het eniÂge alÂterÂnaÂtief was om bij brand over voldoende bluswater te kunnen beschikken. BeÂsloÂten werd een norÂtonÂput te laten slaan in de kom van het dorp, op de Brink. De geÂmeente nam zich voor het jaar daarop nog twee putÂten te laten maken.
Â
Voor het slaan van de put werd de firma Haitjema benaÂderd, die ook de put van Borger had geÂÂÂÂmaakt. Naar aanÂleiÂding van haar aanÂÂÂÂÂbieÂding stuurde de geÂmeente RoÂden de firma de volgenÂde brief: ‘Bij dezen hebÂben wij de eer U meÂde te deeÂlen, dat door den raad deÂzer geÂmeenÂte is beÂÂÂsloÂten, zoo moÂgelijk nog dit jaar een brandÂput te maÂken in het dorp RoÂden. GaarÂÂne zulÂlen wij daarÂÂom alsÂnog van U verneÂmen wanÂÂneer U op zijn vroegst daarmeÂde een aanÂÂvang kunt maÂÂken en dit werk uit te voeren overÂÂÂeenÂÂkomÂÂstig uwe aanbieding’.
Â
Eind jaÂnuari 1902 werd de norÂÂtonÂÂput in Roden opgeleverd. Hij werd geboord tot een diepte van 45 meter, kon duizenden liters water leveren en kostÂte Æ’.765,40.
Â
Foto’s uit het archief van Kor A Hagenouw.
Â
Â
Â